Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het rapport van 22 mei 2017.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Motivering straf
7.Vordering benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden;
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
2 (twee) jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
[naam benadeelde 1], te betalen een bedrag van
€ 2162,51 (zegge: tweeduizendhonderdtweeënzestig euro en eenenvijftig cent), bestaande uit € 462,51 aan materiële schade en € 1700,- aan immateriële schade, en aan de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen een bedrag van
€ 131,56 (zegge: honderdeenendertig euro en zesenvijftig cent);
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 1]te betalen
€ 162,51 (hoofdsom, zegge: tweeduizendhonderdtweeënzestig euro en eenenvijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 2.162,51 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
31 (eenendertig) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 2]te betalen
€ 131,56 (zegge: honderdeenendertig euro en zesenvijftig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 131,56 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
2 (twee) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;