Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 200 uren, subsidiair 100 dagen hechtenis, met aftrek van de reeds ondergane inverzekeringstelling, waarvan 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
4.Waardering van het bewijs
1
1
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
78 (achtenzeventig) urente verrichten taakstraf resteert;
39 dagen.