ECLI:NL:RBROT:2017:4910

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 juni 2017
Publicatiedatum
27 juni 2017
Zaaknummer
ROT 14/4675
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van zorgverlening en tarief voor begeleiding in het kader van persoonsgebonden budget

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 juni 2017 uitspraak gedaan over de vraag of de zorg die aan eiser is verleend door Eddee Zorgverlening B.V. kan worden gekwalificeerd als gespecialiseerde begeleiding (BG-Gespecialiseerd) of als basisbegeleiding (BG-Basis). Eiser, geboren in 2002, heeft ADHD en een pervasieve ontwikkelingsstoornis (PDD-NOS) en ontving een persoonsgebonden budget (pgb) voor begeleiding. De zorgverlener had een uurtarief van € 86,- in rekening gebracht, maar verweerder, VGZ Zorgkantoor B.V., had dit afgewezen en een tarief van € 63,- gehanteerd, omdat de verleende zorg volgens hen niet voldeed aan de criteria voor BG-Gespecialiseerd. De rechtbank oordeelde dat de zorg vooral gericht was op het vergroten van de sociale redzaamheid van eiser en niet voldeed aan de vereisten voor BG-Gespecialiseerd, dat een langdurige psychische stoornis en ondersteuning bij zelfregie vereist. De rechtbank concludeerde dat de begeleiding als BG-Basis moest worden gekwalificeerd, waardoor het lagere tarief van toepassing was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Bestuursrecht 1
zaaknummer: ROT 14/4675

uitspraak van de meervoudige kamer van 28 juni 2017 in de zaak tussen

[eiser] , te Hardinxveld-Giessendam, eiser,

gemachtigde: mr. W.H. Benard,
en
VGZ Zorgkantoor B.V., als rechtsopvolger van Trias Zorgkantoor B.V., verweerder,
gemachtigde: mr. P. van Berkel.

Procesverloop

Bij besluit van 16 januari 2014 (het primaire besluit) heeft verweerder de verantwoording van het persoonsgebonden budget (pgb) voor een bedrag ter hoogte van € 705,53 goedgekeurd en ter hoogte van € 78,- afgewezen voor de periode van 1 juli 2013 tot en met 30 augustus 2013.
Bij besluit van 11 juni 2014 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 mei 2017. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn vader [vader] , bijgestaan door zijn gemachtigde en [zorgverlener] van Eddee Zorgverlening B.V. (Eddee). Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Op 1 januari 2015 is de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) en de daarop gebaseerde regelgeving komen te vervallen. Op dit geschil is het recht van toepassing zoals dat gold voor 1 januari 2015.
2. Eiser, geboren in 2002, heeft ADHD en een pervasieve ontwikkelingsstoornis (PDD-NOS). Bureau Jeugdzorg heeft in verband hiermee aan eiser een indicatie verleend voor begeleiding groep, klasse 2, begeleiding individueel, klasse 2 en kortdurend verblijf, klasse 1. Eiser gaat naar een reguliere school en woont, samen met zijn twee broers, bij zijn ouders.
3. Op 1 april 2014 heeft verweerder aan eiser de jaarafrekening 2013 gestuurd. Op 31 maart 2015 heeft verweerder aan eiser een gecorrigeerde jaarafrekening 2013 gestuurd en het pgb voor de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 vastgesteld op € 8.618,11 en een bedrag ter hoogte van € 8.242,60 als niet verantwoord pgb teruggevorderd (het vaststellingsbesluit).
4. Aan het bestreden besluit heeft verweerder ten grondslag gelegd dat betalingen op grond van artikel 2.6.13 van de Regeling subsidies AWBZ (Rsa) slechts kunnen worden geaccepteerd voor zover deze betrekking hebben op kosten die niet hoger zijn dan € 63,- per uur, tenzij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een hoger tarief heeft vastgesteld. In de Beleidsregel CA-300-540 Prestatiebeschrijvingen en tarieven extramurale zorg 2013 (Beleidsregel) heeft de NZa een hoger tarief vastgesteld voor Gespecialiseerde begeleiding (BG-Gespecialiseerd), met prestatiecode H153, maar daarvan is hier geen sprake. De door Eddee geboden begeleiding komt volgens verweerder meer overeen met de in de Beleidsregel opgenomen beschrijving van Begeleiding (BG-Basis), met prestatiecode H300, waarvoor geen hoger tarief geldt.
5. In beroep heeft eiser aangevoerd dat verweerder naast het zorgplan ook de indicatie bij zijn beoordeling had moeten betrekken. Het hoofddoel van de begeleiding is gericht op sociale ontwikkeling, in verband met regieverlies. De BG-Basis voldoet niet omdat bij eiser duidelijk sprake is van (langdurig) tekortschietende vaardigheden in het zelfregelend vermogen en begeleiding bij integratie in de samenleving nodig is. Eiser is van mening dat de door Eddee geboden zorg voldoet aan de in de Beleidsregel opgenomen beschrijving van BG-Gespecialiseerd, zodat verweerder de door eiser opgevoerde kosten voor door Eddee verleende zorg tegen een uurtarief van € 86,- had moeten accepteren.
6. Zoals ter zitting is besproken volgt uit de uitspraken van 14 december 2016 van de Centrale Raad van Beroep (CRvB, zie onder meer ECLI:NL:CRVB:2016:4642) dat het beroep tegen het bestreden besluit geacht moet worden te zijn gericht tegen het vaststellingsbesluit van 31 maart 2015.
7. Het geschil tussen partijen over het bij de vaststelling van het pgb geldende tarief voor betalingen van door Eddee verleende zorg spitst zich toe op de vraag of deze zorg is aan te merken als BG-Basis of als BG-Gespecialiseerd als bedoeld in de Beleidsregel. Op 14 december 2016 heeft de CRvB in vergelijkbare zaken uitspraak gedaan (ECLI:NL:CRVB:2016:4642, 4796 en 4797) over de vraag of de door Eddee geboden begeleiding als BG-Gespecialiseerd kan worden aangemerkt. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op deze uitspraken te reageren.
8. Uit de bij de Beleidsregel behorende prestatiebeschrijvingen volgt dat zowel BG-Basis als BG-Gespecialiseerd zijn gericht op de doelgroep psychiatrische aandoening of beperking. Hieruit leidt de rechtbank af dat bij de AWBZ-functie Begeleiding de begeleiding als omschreven in BG-Basis het uitgangspunt is. Deze vorm van begeleiding kan worden geboden bij alle in artikel 6, eerste lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ (Bza) genoemde grondslagen (somatische, psychogeriatrische of psychiatrische beperkingen en verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap) en de vereiste matige of zware beperkingen kunnen zich voordoen op alle in dit artikel genoemde terreinen (de sociale redzaamheid, het bewegen en verplaatsen, het psychisch functioneren, het geheugen en de oriëntatie en probleemgedrag). BG-Gespecialiseerd kan alleen worden geboden als sprake is van een psychiatrische grondslag, waarbij matige of zware beperkingen zijn op het terrein van de sociale redzaamheid. Er moet, anders dan bij BG-Basis, sprake zijn van een langdurige psychische stoornis, waarbij ondersteuning wordt geboden aan personen met een langdurig tekortschietende zelfregie. Hoewel er tevens aandacht is voor activerende elementen ligt het accent bij BG-Gespecialiseerd op handhavingsdoelen. Ook hierin onderscheidt BG-Gespecialiseerd zich van BG-Basis.
9. Vaststaat dat bij eiser sprake is van een psychiatrische grondslag als gevolg van een langdurige pervasieve ontwikkelingsstoornis (PDD-NOS), waardoor hij, naast beperkingen op andere terreinen, onder meer zware beperkingen heeft op het terrein van de sociale redzaamheid. Voor de vraag of de door Eddee geboden begeleiding is aan te merken als BG-Basis of BG-Gespecialiseerd is bepalend of ondersteuning wordt geboden bij langdurig tekortschietende zelfregie, waarbij het accent ligt op handhavingsdoelen. De rechtbank begrijpt dit laatste, mede naar aanleiding van de hierboven genoemde uitspraken van de CRvB van 14 december 2016, zo dat de ondersteuning met name gericht dient te zijn op het voorkomen van (verdere) teloorgang van personen die langdurig moeite hebben om zich in de samenleving staande te houden.
10. Volgens het Plan van Aanpak dat Eddee heeft opgesteld voor de uitvoering van de begeleiding individueel zijn de doelen van de begeleiding dat eiser op een positieve en vriendelijke manier reageert op een ander, emoties leert te herkennen en toe te passen en zijn zelfkennis vergroot. Hieruit blijkt naar het oordeel van de rechtbank niet dat sprake is van ondersteuning bij langdurig tekortschietende zelfregie met het accent op handhavingsdoelen. Uit de indicatie van Bureau Jeugdzorg is dit ook niet af te leiden. De indicatie voor begeleiding individueel is verleend ter bevordering van de zelfredzaamheid voor wat betreft ADL en vrijetijdsbesteding. In deze indicatie is voorts vermeld dat deze wordt verstrekt met als doel dat eiser sociale contacten maakt, meer zelfvertrouwen krijgt, weet wat hij kan doen in zijn vrije tijd, zelfstandig zijn dagelijkse taken uitvoert (met behulp van een picto-systeem) en om zelfstandig en veilig te leren fietsen in het verkeer.
11. Uit het voorgaande volgt dat de begeleiding van eiser voornamelijk is gericht op het vergroten van zijn sociale redzaamheid. De begeleiding ziet vooral op activerende elementen. De in beroep overgelegde uitwerking van het Plan van Aanpak maakt dit niet anders aangezien hieruit af te leiden is dat de begeleiding vooral ziet op “integratie in de samenleving” en “activering om vaardigheden eigen te kunnen gaan maken”.
12. Naar het oordeel van de rechtbank is de door Eddee aan eiser geboden begeleiding geen BG-Gespecialiseerd als bedoeld in de Beleidsregel, maar BG-Basis. Nu de NZa voor BG-Basis geen hoger tarief heeft vastgesteld dan het in artikel 2.6.13, vijfde lid, aanhef en onder b, onder ten tweede, van de Rsa genoemde tarief van € 63,- per uur is verweerder bij de vaststelling van het pgb terecht uitgegaan van een uurtarief van € 63,- voor de door Eddee aan eiser verleende zorg. De hiertegen gerichte beroepsgronden slagen dan ook niet.
13. Het beroep is ongegrond.
14. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. Snel-van den Hout, voorzitter, en mr. A.P. Hameete en mr. A.I. van Strien, leden, in aanwezigheid van mr. C.S. de Waal, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2017.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.