4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 01
8juni 2016 tot en met 03 augustus 2016
te Hoogvliet Rotterdam, gemeente Rotterdam, althans in Nederland,
wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de
persoonlijke levenssfeer van [naam slachtoffer] (medewerker bij [naam bedrijf] ,
gelegen op/aan [adres delict] ), in elk geval van een ander, met het oogmerk
die [naam slachtoffer] , in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te
doen, te dulden en/of vrees aan te jagen,
immers heeft hij, verdachte, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk en met
voornoemd oogmerk op verschillende data in voormelde periode (onder meer)
(telkens)
- zich opgedrongen (door haar aan te spreken en/of naar haar te lachen) aan
die [naam slachtoffer] en/of
- veelvuldig, althans meermalen, zich bevonden en/of opgehouden in (de
nabijheid van) voornoemde [naam bedrijf] en/of (daarbij) (gedurende lange
en/of enige tijd) door het/de ra(a)m(en) van [naam bedrijf] gegluurd en/of
gekeken en/of gestaard (naar die [naam slachtoffer] );
2.
hij op of omstreeks 03 augustus 2016
te Hoogvliet Rotterdam, gemeente Rotterdam,
wederrechtelijk is binnengedrongenin een besloten lokaal, te weten
een winkel, gelegen aan de [adres delict] en in gebruik bij [naam bedrijf] ,
althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, immers heeft hij, verdachte, die
winkel betreden, terwijl hem schriftelijk de toegang tot die winkel/dat lokaal (ingaande op 19 augustus 2014 voor een periode van twee jaar) was ontzegd en waarvan hij kennis heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.