4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op of omstreeks 13 juli 2015 te Rotterdam (in een pand aan de [adres delict] ),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
aanwezig heeft gehad ongeveer 1000 gram van een materiaal bevattende heroïne,
zijnde heroïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.
hij op of omstreeks 13 juli 2015 te Rotterdam (in een pand aan de [adres delict] )
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
aanwezig heeft gehad ongeveer 2500 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer
dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst II;
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. De (ongeveer) 750 gram heroïne is aan [naam medeverdachte 1] verstrekt te Rotterdam, waarna [naam medeverdachte 1] deze hoeveelheid heroïne heeft vervoerd van Rotterdam naar Goirle. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 3 en 4 ten laste gelegde feiten op die wijze begaan dat:
3.
hij in de periode van 15 juni 2015 tot en met 13 juli 2015 te
Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de
Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,
afleveren, verstrekken, vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland
brengen van heroïne en/of cocaïne, in elk geval (een) hoeveelheid/hoeveelheden
van een materiaal bevattende heroïne en/of cocaïne, zijnde heroïne en/
cocaïne, middelen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor
te bereiden en/of te bevorderen
- een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te
(doen) plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn
en/of
- zich en/of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen
tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen
verschaft
en/of
- voorwerpen en/of /of stoffen en/of gelden en/of andere
betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist
dat zij bestemd waren tot het plegen van het/de hierboven
bedoelde feit(en)
hebbende verdachte en/of (een of meer van) zijn, verdachtes, mededader(s):
- contacten onderhouden met koeriers en/of
- contacten onderhouden met afnemers en/of
- versnijdingsmiddelen voorhanden gehad;
4.
hij op of omstreeks 13 juli 2015 te Rotterdam , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd ongeveer 750 gram, in
elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
en
hij op of omstreeks 13 juli 2015 te Rotterdam en/of Goirle en/of elders in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft
verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd ongeveer 750 gram, in
elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.