Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- partiële vrijspraak van het, in het onder 1 ten laste gelegde “met zijn, verdachtes, voet die [naam slachtoffer 1] onderuit halen”;
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar met de bijzondere voorwaarden zoals geformuleerd in het rapport van BoumanGGZ van 24 februari 2017, met dien verstande dat de officier van justitie een korte klinische opname ten behoeve van crisis, detoxificatie, stabilisatie, observatie en/of diagnostiek, zoals door de reclassering geadviseerd, niet noodzakelijk acht.
4.Waardering van het bewijs
eenenig goed en/of geldbedrag,
5.Strafbaarheid feiten
2.bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
aansluitendaan zijn detentie zal worden geplaatst in die instelling. De verdachte is tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis, wat beschouwd kan worden als een tweede kans, weer in de fout gegaan. Hiermee is duidelijk geworden dat verdachte zich op dit moment onvoldoende kan staande houden in deze maatschappij zonder (ernstige) strafbare feiten te plegen. Ook de over verdachte opgemaakte rapportages wijzen duidelijk in die richting.
8.Vordering tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
4 (vier) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;