In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een kort geding tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. P.A. Visser, en gedaagde, de besloten vennootschap DE AUTOMAKELAAR ROTTERDAM B.V., vertegenwoordigd door mr. A. ter Meulen. De procedure is gestart door eiser die een vordering heeft ingesteld tot afgifte van een Mercedes, die hij in 2015 had gekocht. Eiser heeft een overeenkomst gesloten met de Automakelaar, maar er ontstonden geschillen over de uitvoering van deze overeenkomst en de betaling van verbeurde dwangsommen. De voorzieningenrechter heeft in eerdere vonnissen geoordeeld dat de Automakelaar verplicht was om de auto aan eiser af te geven, maar eiser heeft niet voldaan aan zijn betalingsverplichtingen. In het huidige kort geding vordert eiser een verbod voor de Automakelaar om het vonnis van 25 oktober 2016 ten uitvoer te leggen, waarin dwangsommen zijn opgelegd. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eiser dwangsommen heeft verbeurd, maar dat de executie van het vonnis voor een bedrag boven de € 7.512,75 geschorst moet worden totdat eiser een bodemprocedure aanhangig maakt. De rechter heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.