Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 2 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 subsidiair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, zich ambulant zal laten behandelen in een forensische polikliniek, abstinent blijft van drugs en meewerkt aan urinecontroles.
4.Waardering van het bewijs
hij op of omstreeks 30 oktober 2016 te Rotterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (meermalen) (met kracht) met een hamer en/of (ijzeren) staaf/stok,
5.Strafbaarheid feiten
1.opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
2.2. subsidiair
poging tot zware mishandeling.
6.Strafbaarheid verdachte
Standpunt verdediging
Beoordeling
Conclusie
7.Motivering straf
Geadviseerd wordt daarom om een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met daaraan onder meer verbonden de bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht en ambulante behandeling bij de forensisch psychiatrische polikliniek [naam instelling] , of een soortgelijke instelling.
8.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
€ 814,99 (zegge: achthonderdveertien euro en negenennegentig cent), bestaande uit € 64,99 aan materiële schade en € 750,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 30 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 814,99 (hoofdsom, zegge: achthonderdveertien euro en negenennegentig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 oktober 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 814,99 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
16 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op.