Uitspraak
VONNIS (ontneming) (mk)
[naam veroordeelde] ,
€ 22.058,62 (zegge: tweeëntwintigduizendachtenvijftig euro en tweeënzestig eurocent).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 mei 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een veroordeelde die betrokken was bij drugshandel. De rechtbank heeft een vordering van de officier van justitie tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel toegewezen. De vordering betrof een bedrag van € 22.058,62, dat door de veroordeelde was verkregen uit de verkoop van verdovende middelen, met name cocaïne, in de periode van 25 februari 2015 tot en met 20 augustus 2015 en van 1 december 2015 tot en met 8 januari 2016. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde door zijn strafbare feiten wederrechtelijk voordeel heeft verkregen en dat dit voordeel dient te worden ontnomen. De rechtbank heeft de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel gebaseerd op een gedetailleerde analyse van de transacties en de bijbehorende kosten. De verdediging heeft verweer gevoerd tegen de hoogte van het geschatte voordeel, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de verweren onvoldoende onderbouwd waren. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie in zijn geheel toegewezen en de veroordeelde verplicht tot betaling van het vastgestelde bedrag aan de Staat.