Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 15 juni 2017 in de zaak tussen
[eiser] , te Rotterdam, eiser,
Procesverloop
Overwegingen
18 april 2013 heeft verweerder deze aanvraag buiten behandeling gesteld, omdat deze onvolledig was, waardoor verweerder niet kon vaststellen of eiser recht heeft op een WW-uitkering.
31 oktober 2013. Het inkomen van eiser in deze periode bedroeg € 28.573,68 blijkens de verweerder ter beschikking staande gegevens uit de polisadministratie (Suwinet), waarvan verweerder mag uitgaan. Daarbij is rekening gehouden met het inkomen dat eiser in deze periode bij [werkgever] . Verweerder heeft het inkomen van eiser gedeeld door 261 dagen, wat een bedrag van
€ 109,48 oplevert. Dit bedrag is door verweerder verhoogd naar € 111,70, omdat er geruime tijd is verstreken tussen het moment waarop eiser ziek werd en het moment waarop de uitkering ingaat.
Beslissing
mr. A. Pahladsingh, leden, in aanwezigheid van mr. H. van der Waal-de Vries, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2017.