Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 uur, subsidiair 60 dagen hechtenis, alsmede een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 10 maanden, met aftrek van de periode dat het rijbewijs is ingevorderd en ingehouden.
4.Waardering van het bewijs
die fietser niet heeft laten voorgaan en/of in botsing of aanrijding is gekomen met die fietser,
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
10 (tien) maanden;
120 (honderdtwintig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
116 (honderdzestien) urente verrichten taakstraf resteert;
58 dagen.
door met dat motorrijtuig zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam en/of met aanmerkelijke verwaarlozing van de te dezen geboden zorgvuldigheid te rijden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de [straatnaam 2] ;
niet heeft opgemerkt dat een fietser, die hem op de fietsstrook tegemoet kwam en die zijn weg rechtdoor wilde vervolgen, zich (inmiddels) op het kruisingsvlak (van die [straatnaam 2] en de verbindingsweg naar het [straatnaam 3] ) bevond en/of
die fietser niet heeft laten voorgaan en/of in botsing of aanrijding is gekomen met die fietser,