Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met aftrek van voorarrest, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en met de bijzondere voorwaarden die zijn voorgesteld door de reclassering.
4.Bewijs en bewezenverklaring
hij op of omstreeks 06 januari 2017 te Rotterdam een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3 van die wet in de vorm van een revolver van een onbekend merk, .22 DAO (double action only), kaliber .22,
hij op of omstreeks 07 januari 2017 te Groningen opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 150,69 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
5.Strafbaarheid feiten
2.2.handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot munitie van categorie III van die wet
3.opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
De grote hoeveelheid verdovende middelen, 150 gram, die de verdachte in bezit heeft gehad, in combinatie met de tevens aangetroffen attributen als een weegschaal en doorschijnende plastic zakjes, wijzen er op dat de cocaïne bestemd was voor de handel.
28 februari 2017. Uit dit rapport blijkt onder meer dat de verdachte een belaste voorgeschiedenis heeft in de zin dat hij is opgegroeid in een onveilige gezinssituatie. In zijn jeugd heeft de verdachte de nodige hulpverlening gehad. De verdachte heeft zijn MBO-opleiding moeten staken, is werkloos geworden en is in een negatieve spiraal beland.
Op grond van de huidige begeleiding en/of hulpverlening ontstaat de indruk dat de verdachte een vriendelijke jongen is, die afspraken nakomt en die probeert echt iets te maken van zijn leven, maar moeilijk uit de negatieve spiraal lijkt te kunnen komen. Het recidiverisico wordt als matig ingeschat en geadviseerd wordt oplegging van een deels voorwaardelijk strafdeel met voorwaarden, waaronder een meldplicht en een ambulante behandelverplichting bij een forensische polikliniek.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van negen (9) maanden;
drie (3) maanden niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de
proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
hij op of omstreeks 06 januari 2017 te Rotterdam een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3 van die wet in de vorm van een revolver van een onbekend merk, .22 DAO (double action only), kaliber .22,
hij op of omstreeks 07 januari 2017 te Groningen opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 150,69 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.