Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Dordrecht,
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden met aftrek van voorarrest, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar met de bijzondere voorwaarden die zijn voorgesteld door de reclassering.
4.Vrijspraak feit 2
5.Bewijs en bewezenverklaring feit 1
hij op of omstreeks 18 januari 2017 te Rotterdam een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk FN, type 1922, kaliber 7.65 mm, en/of (daarbij behorende) munitie, te weten 5 kogelpatronen, voorhanden heeft gehad.
6.Strafbaarheid feiten
1.handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III van die wetenhandelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot munitie van categorie III van die wet.
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
30 maart 2017. Uit dit rapport blijkt onder meer dat de nu 31-jarige verdachte bij zijn ouders inwoont en niet eerder in zijn leven heeft gewerkt of een uitkering heeft genoten. De verdachte wekt de indruk uit illegale activiteiten een inkomen te generen. Er zijn aanwijzingen voor een negatief sociaal netwerk. Het recidiverisico wordt als hoog/gemiddeld geschat. Doorbreking van de vicieuze cirkel door het vinden van zinvolle dagbesteding en het generen van een inkomen is geboden. De verdachte geeft aan hieraan te willen werken. Geadviseerd wordt oplegging van een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met voorwaarden, waaronder een meldplicht en andere voorwaarden het gedrag betreffende, te weten een verplichting om zich in te spannen om een dagbesteding te vinden.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van acht (8) maanden;
drie (3) maanden niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de
proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
hij op of omstreeks 18 januari 2017 te Rotterdam een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een pistool van het merk FN, type 1922, kaliber 7.65 mm, en/of (daarbij behorende) munitie, te weten 5 kogelpatronen, voorhanden heeft gehad;