Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair impliciet primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 primair impliciet subsidiair, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 dagen met aftrek van voorarrest;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 80 uren, subsidiair vervangende hechtenis voor de duur van 40 dagen;
- ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van 12 maanden.
4.Vrijspraak poging tot doodslag
5.Waardering van het bewijs
- Ten aanzien van feit 1 kan niet worden vastgesteld dat de verdachte het opzet had om [naam slachtoffer 1] van het leven te beroven dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De verdachte was in paniek omdat zijn vriendin de telefoon niet beantwoordde. Hij wilde het haventerrein zo snel mogelijk verlaten. De verdachte is niet moedwillig op [naam slachtoffer 1] ingereden. Hij is tot tweemaal toe met een voor het bedrijventerrein afgestemde snelheid om [naam slachtoffer 1] heen gereden;
- In de eerste situatie heeft de verdachte zijn auto op 5 meter afstand voor aangever tot stilstand gebracht. De verdachte heeft [naam slachtoffer 1] vervolgens door middel van een hoog toerental gewaarschuwd dat hij weer ging rijden;
- Betwist wordt dat aangever opzij heeft moeten springen. Nu technisch onderzoek van de politie ontbreekt, kan niet worden vastgesteld dat wat de getuigen zeggen te hebben gezien daadwerkelijk is gebeurd.
primair
4.Strafbaarheid feiten
1.poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen;
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, beschadigen.
5.Strafbaarheid verdachte
6.Motivering straffen
7.Vorderingen benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregelen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 16 (zestien) dagen;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
12 (twaalf) maanden;
160 (honderzestig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
80 (tachtig) dagen;
€ 1.150,10 (zegge: eenduizend eenhonderd en vijftig euro en tien eurocent ), bestaande uit € 400,10 aan materiële schade en € 750,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 10 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 1.150,10 (hoofdsom, zegge: eenduizend eenhonderd en vijftig euro en tien eurocent),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 10 oktober 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 1.150,10 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
21 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;