Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaar met aftrek van voorarrest.
4.Waardering van het bewijs
([naam medeverdachte 1] heeft toen daar korte tijd later een hevige ontploffing gehoord. [naam medeverdachte 1] heeft later de politie uitgelegd waar hij toen is geweest en de politie komt dan uit in de directe omgeving van het adres [adres delict 1] . In het dossier bevindt zich verder een afgetapt telefoongesprek tussen [naam 2] , de vriendin van de verdachte, en [naam medeverdachte 1] . In dat gesprek geeft [naam 2] aan dat “het gaat om die vuurwerkbom” en “dat ze aangifte hebben gedaan”. In een ander gesprek geeft [naam 2] aan dat “ [naam 3] een hekel aan hun heeft” en dat dat te maken heeft met een erfeniskwestie. Even later in ditzelfde gesprek zegt zij (enigszins samengevat weergegeven) dat [naam 3] daar niet mee kon dealen (…) dus die heeft natuurlijk wraak genomen. Even later in dit gesprek vertelt [naam 2] dat het bewijs tegen [naam 3] mede zal afhangen van de vraag of “die vrouw ook camera’s bij d’r huis heeft hangen”. Op grond van de bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op
5.Waardering van het bewijs
1 november 201623 oktober 2016 tot en met 21 januari 2017 te Hellevoetsluis en/of te Ouddorp en/of te Melissant, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (een) wapen(s) als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool, van het merk type Bbm Mod 315 Auto, kaliber 6.35 mm,
Ionder 1º te weten twaalfkogelpatronen, van het kaliber 6.35 mm voorhanden heeft gehad. en/of heeft overgedragen aan [naam medeverdachte 1] .
6.Strafbaarheid feiten
4.
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
9.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaar;
1 (één) jaarniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 3 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
€ 350,00 (zegge: driehonderdvijftig euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 december 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
[naam benadeelde 1]gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij
[naam benadeelde 1]begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 1]te betalen
€ 350,00 (zegge: driehonderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening en beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 350,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
7 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
[naam benadeelde 2]niet-ontvankelijk in de vordering;
[naam benadeelde 2]in de proceskosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil;
€ 500,00 (zegge: vijfhonderd euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 december 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 33,60 (zegge: drieëndertig euro en zestig eurocent)aan materiële schade;
[naam benadeelde 3]niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vorering en bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
[naam benadeelde 3]en de verdachte ieder de eigen kosten dragen;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 3]te betalen
€ 500,00 (zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 december 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening en beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 500,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
10 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde 3]te betalen
€ 33,60 (zegge: drieëndertig euro en zestig eurocent)en beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 33,60 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
1 dag; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;