Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 augustus 2016 met bijlagen
- de conclusie van antwoord met bijlagen
- de brief van 28 december 2016 waarin de rechtbank partijen oproept voor een zitting
- het proces-verbaal van comparitie van 10 maart 2017
- de brief van 27 maart 2017 zijdens Lomar met opmerkingen op het proces-verbaal.
2.De feiten
4.De beoordeling
as managers and agents only’) namens Lomar is aanvaard.
“Dissolution/Cancellation”staat in het eerste lid vermeld in welke situaties [eiseres] de overeenkomst kan ontbinden en in het tweede lid wat er gebeurt als Lomar de overeenkomst annuleert. Als Lomar de overeenkomst annuleert, is zij een bedrag van ten minste 25% van de koopprijs verschuldigd. In het derde lid staat vermeld dat in beide gevallen de aanspraken van [eiseres] onmiddellijk verschuldigd zijn. Er staat niet dat eerst sprake moet zijn van tekortschieten in de nakoming van de overeenkomst, alvorens Lomar 25% “cancellationfee” verschuldigd is. Feiten of omstandigheden waaruit volgt dat Lomar had moeten begrijpen dat dit artikel moet worden uitgelegd zoals [eiseres] voor ogen heeft, zijn gesteld noch gebleken. Dat ook [eiseres] zelf het artikel zo heeft uitgelegd dat Lomar de overeenkomst mocht annuleren, maar dat zij dan wel 25% “cancellationfee” verschuldigd was, blijkt uit haar brief van 14 juni 2016 (2.13) waarin zij Lomar daarop wijst. Op grond van artikel 15.2 van de algemene voorwaarden van [eiseres] mocht Lomar de overeenkomst dus annuleren en is zij 25% “cancellationfee verschuldigd. Evident is dat [eiseres] winst derft wanneer de overeenkomst wordt geannuleerd.
1.158,00(2,0 punten × tarief € 579,00)