4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op of omstreeks 28 en/of 29 november 2012, te Rotterdam en/of Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, zich schuldig heeft gemaakt aan (schuld) witwassen, immers heeft/hebben hij verdachte en/of zijn mededader(s), toen aldaar, van één of meer geldbedrag(en), te weten van
24.000 (zegge: vierentwintigduizend) euro, althans enig geldbedrag,
a. de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld, althans heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s), verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op bovengenoemd(e) geldbedrag(en) was/waren en/of wie bovengenoemde geldbedrag(en) voorhanden had(den) en/of terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat dat/die geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf
b. voornoemde geldbedrag(en) verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van bovengenoemde geldbedrag(en), gebruik gemaakt, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat dat/die geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.