Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de conclusie van antwoord tevens houdende conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie tevens houdende conclusie van eis in reconventie,
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie, alsmede wijziging c.q. vermeerdering van eis,
- de brief van 14 december 2016 waarbij de comparitie is bepaald,
- het proces-verbaal van comparitie van 13 maart 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
- € 83.000,00 en € 30.000,00 te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente vanaf 1 december 2015;
- € 679,58 ter zake de kosten van conservatoir beslag, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;
- buitengerechtelijke incassokosten, alsmede de volledige juridische kosten die door [eiser] zijn en worden gemaakt ter incassering van voornoemde vordering, vooralsnog begroot op een bedrag van € 6.500,00, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;
- de kosten van onderhavige procedure.
4.De beoordeling
in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie
- verkopers een te rooskleurig beeld hebben gegeven van de omzet van de praktijken en dat deze niet rendabel waren, ter onderbouwing van deze stelling verwijst [gedaagde] naar een brief van [persoon] – van wie [chiropractor] de praktijk in Breda heeft gekocht – van 15 augustus 2016; en
- verkopers bewust betalingen van behandelpakketten hebben geïncasseerd, zodat [gedaagde] als het ware gratis arbeid verrichtte voor behandelingen die voor 1 februari 2015 waren betaald, maar na die datum nog (deels) moesten worden verricht, terwijl [eiser] [gedaagde] in de veronderstelling heeft laten verkeren dat zij 100% van de inkomsten na 1 februari 2015 zou ontvangen.
“As of February 01, 2015. The Buyer “ [gedaagde] ” will collect 100% of the income, and Financial Statement, for Chiropractie Breda and Chiropractie [eiser] /Beverwijk”. Bij uitleg van een overeenkomt komt het aan op de zin die partijen over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen uit de overeenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij daarover redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, waarbij de omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar wat de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen, beslissend zijn. Dat betekent dat niet (alleen) de (letterlijke) tekst van de desbetreffende bepaling of van de overeenkomst beslissend is. Door [gedaagde] zijn echter geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden afgeweken van de letterlijke tekst van bovengenoemde bepaling. Uit de tekst van de bepaling volgt dat de inkomsten van de praktijken vanaf 1 februari 2015 aan [gedaagde] toekomen. De tekst van deze bepaling biedt geen aanknopingspunten voor de door [gedaagde] gegeven uitleg dat door patiënten betaalde facturen van voor 1 februari 2015 (deels) aan [gedaagde] dienen toe te komen in het geval zij de behandelingen ter zake die betalingen verricht. Ook elders in de overeenkomst zijn geen aanknopingspunten te vinden voor deze uitleg. Dit terwijl het voor de hand zou liggen hierover een expliciete bepaling op te nemen, nu [gedaagde] immers, hetgeen als onbetwist vast staat, op de hoogte was van de werkwijze/betalingswijze betreffende de behandelpakketten. Nu aanknopingspunten voor de door [gedaagde] gegeven uitleg ontbreken is toepassing van de contra-preferentum regel reeds hierom niet aan de orde. Voor wat betreft de behandeltafel heeft [gedaagde] haar stelling dat deze door [eiser] zou zijn weggenomen, op geen enkele wijze onderbouwd. Nu geen sprake is van een tekortkoming in de nakoming door [eiser] heeft [gedaagde] de overeenkomst niet rechtsgeldig kunnen ontbinden. Voor zover [gedaagde] een beroep wil doen op de ‘mutual idenmity agreement’ geldt dat deze niet door partijen is ondertekend en dat geen feiten zijn gesteld op grond waarvan blijkt dat de overeenkomst tussen partijen ongedaan is gemaakt, zodat niet op basis hiervan kan worden vastgesteld dat de overeenkomst tussen partijen is ontbonden.
5.De beslissing
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden mei tot en met augustus 2017 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,