In deze beschikking van de kantonrechter te Rotterdam, gedateerd 23 mei 2017, wordt een vervolg gegeven op een eerdere beschikking van 24 maart 2017, waarin de arbeidsovereenkomst tussen de partijen is ontbonden. De zaak betreft de besloten vennootschap EGN Nederland B.V. als verzoekster en [verweerder] als verweerder, waarbij de kantonrechter zich buigt over de berekening van de verschuldigde provisie en transitievergoeding aan [verweerder].
De kantonrechter heeft kennisgenomen van diverse processtukken, waaronder de eerdere beschikking en correspondentie tussen partijen. De verzoeken van [verweerder] omvatten onder andere een retentiebonus van € 2.000,00, een provisie van € 6.400,00 en een transitievergoeding van € 9.024,00. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de retentiebonus van € 2.000,00 aan [verweerder] toekomt, maar dat de provisie over november 2016 lager uitvalt dan door [verweerder] gevorderd, en heeft deze vastgesteld op € 2.166,67.
Wat betreft de transitievergoeding, heeft de kantonrechter berekend dat [verweerder] recht heeft op een bedrag van € 8.736,24, gebaseerd op de duur van de arbeidsovereenkomst en het gemiddelde loon. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking eindigt met de veroordeling van EGN tot betaling van de verschuldigde bedragen aan [verweerder].