ECLI:NL:RBROT:2017:40
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de kostendelersnorm bij het griffierecht in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 januari 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure waarbij de kostendelersnorm centraal stond. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, dat zijn bezwaar tegen de afwijzing van aanvragen voor bijzondere bijstand ongegrond had verklaard. De rechtbank oordeelde dat de kostendelersnorm inhoudt dat bij het bepalen van de hoogte van de bijstandsuitkering rekening wordt gehouden met de mogelijkheid tot het delen van kosten met huisgenoten. Hierdoor wordt eiser geacht in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien met een lagere uitkering dan een alleenstaande zonder huisgenoten.
Eiser had betoogd dat hij de kosten van het griffierecht niet kon delen en verwees naar de discussie over de berekening van de kostendelersnorm. De rechtbank verwierp dit betoog en stelde vast dat de toepassing van de kostendelersnorm niet uitsluit dat eiser belangrijke kosten zoals woon- en energielasten kan delen. Eiser had niet met concrete argumenten onderbouwd dat hij het griffierecht niet kon betalen. De rechtbank concludeerde dat eiser in verzuim was door het niet betalen van het griffierecht, ondanks dat hij meerdere keren de kans had gekregen om dit te doen.
De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.