ECLI:NL:RBROT:2017:3937
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursdwang en verwijdering van fietsen op het Stationsplein te Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Rotterdamse, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. Eiseres had haar fiets op 27 november 2015 tegen een boom geplaatst op het Stationsplein, wat in strijd was met de Algemene plaatselijke verordening (Apv) van de gemeente Rotterdam. De gemeente heeft de fiets onder toepassing van spoedeisende bestuursdwang verwijderd, omdat deze hinder of gevaar voor passanten kon opleveren. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Eiseres heeft hierop beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 7 maart 2017 heeft eiseres betoogd dat het verbod om fietsen buiten de daarvoor bestemde voorzieningen te plaatsen onvoldoende kenbaar was en dat de verkeersborden niet zichtbaar waren. De rechtbank oordeelde echter dat het verbod voldoende was gecommuniceerd en dat eiseres op de hoogte had moeten zijn van de geldende regels. De rechtbank heeft vastgesteld dat de fiets van eiseres inderdaad in strijd met de Apv was geparkeerd en dat de gemeente bevoegd was om handhavend op te treden. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van lokale verordeningen en de bevoegdheid van gemeenten om in spoedeisende gevallen bestuursdwang toe te passen. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.