Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 19 september 2016, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het vonnis van 9 november 2016, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van de op 7 februari 2017 gehouden comparitie van partijen;
- de faxbrief van 23 februari 2017 namens [eiser];
- de faxbrief van 24 februari 2017 namens Jan Groen.
2.De vaststaande feiten
14 november 2011 heeft opgeleverd.
27 november 2015, waarbij aanwezig waren [eiser], Jan Groen en Blokland, heeft dit Bureau een schriftelijk rapport opgesteld gedateerd 14 januari 2016.
.
3.Het geschil
4.De beoordeling van de vordering
( € 600,00 voor het aanbrengen van een noppenplaat en € 400,00 voor het storten van een dekvloer) voor haar rekening komen. Dit is geen schade maar kosten die [eiser] eerder niet heeft willen uitgeven en heeft bespaard bij de bouw.
20 jaar. [eiser] heeft dit onvoldoende betwist. Rekening zal worden gehouden met een aftrek van 1/8 deel van de op € 3.000,00 gestelde nieuwe tegelvoer, derhalve met € 375,00.
artikel 6:101 BW. [eiser] heeft Jan Groen niet in kennis gesteld van de informatie die [eiser] via tips en verwijzing heeft gehad van het feit dat de woning enkel een standaard dekvloer heeft en nog verder afgewerkt dient te worden. Zij verwijst hierbij naar de bij dagvaarding als productie 10 overgelegde e-mail van Blokland aan [eiser].
5.De beslissing
- € 319,22 aan verschotten,
- € 500,00 aan salaris voor de gemachtigde;
- beide bedragen vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande 14 dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;