Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 89 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal melden bij de reclassering en dat hij een ambulante behandeling zal ondergaan, alsmede tot een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
4.Waardering van het bewijs
februari2013 tot en met 31 augustus 2013 te Papendrecht, meermalen telkens een persoon, [naam slachtoffer] , [geboortedatum slachtoffer] , waarvan verdachte wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht , bestaande dat overwicht hieruit dat hij, verdachte, veel ouder was dan die [naam slachtoffer] en wist dat die [naam slachtoffer] 16 en/of 17 jaar was, telkens opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden, te weten het meermalen, althans eenmaal, :
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen;
89 dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
taakstraf voor de duur van 200 uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
100 dagen;
€ 1.330,80 (zegge: duizend driehonderd-en-dertig euro en tachtig eurocent), bestaande uit € 30,80 aan materiële schade en
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 1.330,80 (hoofdsom, zegge: duizend driehonderd-en-dertig euro en tachtig eurocent), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen voor de duur van
26 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;