In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 april 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling door verzoekster, die twee schuldeisers heeft: Stichting Villa Betty en ABN Amro Bank. Verzoekster had een schuldregeling aangeboden, waarbij zij 8,14% van haar totale schuld van € 206.240,81 wilde betalen over een periode van 24 maanden. De schuldeisers hebben echter geweigerd in te stemmen met deze regeling, omdat zij het aangeboden bedrag te laag vonden en meenden dat verzoekster niet het maximaal haalbare had aangeboden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldeisers in hun recht staan om 100% van hun vordering te eisen en dat het aanbod van verzoekster niet voldoet aan de NVVK-normen, die uitgaan van een periode van 36 maanden. De rechtbank concludeert dat het aanbod van verzoekster niet het maximaal haalbare is en dat de belangen van de schuldeisers zwaarder wegen dan die van verzoekster. Het verzoek om de schuldeisers te bevelen in te stemmen met de schuldregeling is afgewezen. De rechtbank zal in een aparte beslissing op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling beslissen.