Op 10 maart 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van openlijk in vereniging geweld plegen. De officier van justitie, mr. E.J.V. Pols, had gevorderd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde en een taakstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis. De verdediging pleitte echter voor vrijspraak, stellende dat de verdachte weliswaar had gevochten, maar geen andere geweldplegers had gezien. De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en de inhoud van het dossier zorgvuldig gewogen. Het oordeel van de rechtbank was dat er geen nauwe en bewuste samenwerking was tussen de verdachte en een andere geweldpleger. De rechtbank concludeerde dat er twee afzonderlijke vechtpartijen hadden plaatsgevonden en dat de verdachte niet kon worden aangemerkt als deelnemer aan het geweld gepleegd door een ander. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde openlijke geweldpleging. Het vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en werd op de openbare terechtzitting bekendgemaakt.