4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 4 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
hij op 05 oktober 2016 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een rugzak, inhoudende
- een portemonne
e(kleur oranje) en
- een laptop (merk Apple) en- een geldbedrag ter hoogte van 5000 euro en
- een APEC Travel Card en- drie paspoort(en),
- [naam slachtoffer 1] en/of
- [naam slachtoffer 2] en/of
- [naam slachtoffer 3] en/of
- [naam slachtoffer 4] ;
hij op 27 oktober 2016 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een rugzak, inhoudende
- een portemonnee (kleur zwart) en
- drie betaalpassen en
- een rijbewijs en
- een identiteitskaart en
- een geldbedrag ter hoogte van 200,00 AED en
- een verzekeringspas,
toebehorende aan [naam slachtoffer 5] ;
hij op 10 oktober 2016 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een schoudertas, inhoudende
- een identiteitskaart en
- een paspoort en
- een rijbewijs en
- twee bankpassen en
- een portemonnee en
- hartmedicatie
toebehorende aan [naam slachtoffer 6] en/of [naam slachtoffer 7] ;
hij op 15 mei 2016 te Rotterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee, inhoudende
- een identiteitskaart en
- een rijbewijs en
- een bankpas en
- één of meerdere foto's en
- een geldbedrag ter hoogte van 400 euro,
toebehorende aan [naam slachtoffer 8] .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.