Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 2],
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 12 april 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. B. Anik, en gedaagden N.D.B.E. II B.V. en [gedaagde 2], vertegenwoordigd door advocaat mr. L.C. Dufour. De procedure is gestart door eiser op 14 april 2016, met een hersteld exploot op 18 april 2016. Eiser is op 20 juni 2016 toegelaten tot de Wettelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP), waarbij de heer [bewindvoerder] is benoemd tot bewindvoerder. Gedaagden hebben op 2 november 2016 verzocht om ontslag van de instantie, omdat de bewindvoerder niet op het oproepingsexploot had gereageerd. De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat het verzoek om ontslag van de instantie op grond van artikel 27 lid 2 Fw toewijsbaar is, omdat er geen proceshandelingen zijn verricht en het belang van gedaagden om van de instantie te worden ontslagen zwaarder weegt dan het belang van eiser om een beslissing te krijgen op het materiële geschil. De rechtbank heeft vervolgens eiser veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op € 619,00, en heeft gedaagden van de instantie ontslagen.