In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 mei 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Stichting Zijn en [verweerster]. Het verzoek is ingediend door Stichting Zijn, vertegenwoordigd door mr. J. van Kesteren, en betreft de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [verweerster], die sinds 1 november 2009 in dienst was als Staf Ondersteuning. De ontbinding is primair verzocht wegens verwijtbaar handelen van [verweerster], en subsidiair wegens een ernstig verstoorde arbeidsverhouding. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, mede door de escalatie van de situatie na een officiële waarschuwing die [verweerster] ontving van haar leidinggevende, [A.]. Deze waarschuwing volgde op een incident waarbij [verweerster] zonder toestemming van [A.] contact had opgenomen met de gemeente over het project 'Dienstenruil'. De rechtbank oordeelde dat de arbeidsverhouding zodanig verstoord was dat van Stichting Zijn niet gevergd kon worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De arbeidsovereenkomst is ontbonden per 1 juli 2017, met toekenning van een transitievergoeding van € 1.250,23 aan [verweerster]. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.