ECLI:NL:RBROT:2017:3325

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 april 2017
Publicatiedatum
2 mei 2017
Zaaknummer
524617 / HA RK 17-291
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid na eindbeslissing

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 april 2017 een wrakingsverzoek van drie verzoekers buiten behandeling gesteld wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 7 april 2017, na een eerdere beschikking van de rechter op 20 maart 2015, die een eindbeslissing vormde in een procedure betreffende de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige. De verzoekers, die betrokken waren bij deze procedure, voelden zich genoodzaakt om de rechter, mr. M.J.M. Marseille, te wraken. De wrakingskamer oordeelde echter dat het verzoek niet meer ontvankelijk was, aangezien de rechter de zaak niet meer behandelde op het moment van het indienen van het wrakingsverzoek. De rechtbank benadrukte dat het doel van wraking, namelijk de waarborging van de onpartijdigheid van de rechter, niet meer kon worden bereikt na een einduitspraak. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken, waarbij de voorzitter, mr. A.N. van Zelm van Eldik, en de rechters mr. M. Fiege en mr. A. Buizer aanwezig waren. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, met de griffier J.A. Faaij aanwezig.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Meervoudige kamer voor wrakingszaken
Zaaknummer / rekestnummer: 524617 / HA RK 17-291
Beslissing van 21 april 2017
op het verzoek van
[naam verzoekster 1],
wonende te [adres]
en
[naam verzoeker 2],
wonende te [adres]
en
[naam verzoeker 3],
wonende te [adres],
verzoekers,
strekkende tot wraking van:
mr. M.J.M. Marseille, rechter in de rechtbank Rotterdam, team jeugd (hierna: de rechter).

1.Het procesverloop en de processtukken

Door de rechter is op 20 maart 2015 een beschikking gegeven in de procedure met kenmerk C/10/471433 / JE RK 15-610. Die procedure betrof het verzoekschrift van de William Schrikker Stichting tot ondertoezichtstelling van en machtiging tot uithuisplaatsing van [naam minderjarige], de minderjarige zoon van verzoekster [naam verzoekster 1].
Bij brief van 7 april 2017 hebben verzoekers wraking van de rechter verzocht.
De wrakingskamer heeft kennis genomen van het dossier van de hiervoor omschreven procedure, waarin zich onder meer bevindt de beschikking van 20 maart 2015.
Behalve de hiervoor genoemde stukken heeft de wrakingskamer voorts nog kennis genomen van de brief van verzoekers, gedateerd 11 april 2017.

2.De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1
Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Op grond van hetgeen is bepaald in artikel 36 Rv kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. Het middel is derhalve toegekend aan een partij die wenst te voorkomen dat een rechter die jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans aan een partij die dienaangaande bestaande vrees heeft die objectief gerechtvaardigd is, (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben. Dat doel kan niet meer worden bereikt als de rechter reeds een einduitspraak heeft gedaan omdat de behandeling van de zaak daarmee is geëindigd.
2.2
Op 20 maart 2015 heeft de rechter in de hiervoor omschreven procedure een beschikking gegeven. Die beschikking is een eindbeslissing waarmee de behandeling van de zaak door de rechter is geëindigd.
2.3
Het wrakingsverzoek is op 7 april 2017 en derhalve na de uitspraak van voormelde beschikking ingediend.
Uit het vorenstaande volgt dat de rechter de zaak niet meer behandelde op het moment dat het verzoek tot wraking is gedaan. Verzoekers zijn daarom kennelijk niet-ontvankelijk in hun verzoek tot wraking van de rechter. Het verzoek zal op die grond, met toepassing van het bepaalde in artikel 9.1, laatste volzin, van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank buiten behandeling worden gesteld.

3.De beslissing

De rechtbank:
- stelt het verzoek tot wraking van mr. M.J.M. Marseille wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.N. van Zelm van Eldik, voorzitter, mr. M. Fiege en mr. A. Buizer , rechters. Bij afwezigheid van de voorzitter is deze beslissing uitgesproken door mr. M. Fiege ter openbare terechtzitting van 21 april 2017 in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier en door hen ondertekend.
Verzonden op:
aan:
- verzoekers
- mr. M.J.M. Marseille