Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar met aftrek van voorarrest, alsmede tot oplegging van de maatregel tot terbeschikkingstelling met voorwaarden (hierna: TBS met voorwaarden);
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaken met parketnummers 10/690261-14 en 10/711043-16 en van de voorwaardelijk opgelegde straf in de zaak met parketnummer 10/103231-15;
- gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde] , te weten een vergoeding van € 102,15 aan materiële schade en € 5.000,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel;
- de teruggave aan de verdachte van het inbeslaggenomen geldbedrag van € 414,30.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
10.Vorderingen tenuitvoerlegging
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Bijlagen
13.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden;
ter beschikking wordt gesteld;
- gelast de teruggave aan verdachte van: € 414,30;
€ 2.302,15 (zegge: tweeduizend driehonderd twee euro en vijftien eurocent), bestaande uit € 302,15 aan materiële schade en € 2.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 oktober 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 2.302,15 (zegge: tweeduizend driehonderd twee euro en vijftien eurocent); beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van voornoemd bedrag vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
33 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 2 maanden, van de bij vonnis van 7 oktober 2014 van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 26 augustus 2015 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van 2 weken;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, groot 2 maanden, van de bij vonnis van 23 september 2016 van de politierechter deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf.