ECLI:NL:RBROT:2017:3056
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf na niet-naleving van bijzondere voorwaarden
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 29 maart 2017 uitspraak gedaan over de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van 253 dagen. De veroordeelde was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 540 dagen, waarvan een deel voorwaardelijk was opgelegd met bijzondere voorwaarden. De officier van justitie diende op 16 maart 2017 een vordering in tot tenuitvoerlegging van het resterende deel van de voorwaardelijke straf, omdat de veroordeelde de bijzondere voorwaarden niet had nageleefd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde zich niet heeft gehouden aan de voorwaarden, waaronder het melden bij reclassering en het ondergaan van behandeling in een forensische kliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gegrond verklaard, ondanks de argumenten van de verdediging dat de behandeling niet goed was verlopen door omstandigheden buiten de controle van de veroordeelde. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde verwijtbaar niet heeft voldaan aan de voorwaarden en gelastte de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.