ECLI:NL:RBROT:2017:3006
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J. van den Berg
- J.L.M. Boek
- C.M.J. Peeters
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van valsheid in geschrift in verband met PGB-fraude
Op 5 april 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw mr. A. Stoop. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van valsheid in geschrift in het kader van PGB-fraude. De zaak kwam voor de rechtbank na een eerdere beslissing van de raadkamer, waarin was bepaald dat de officier van justitie de verdediging inzage moest geven in de TCI-journaals. Deze inzage is echter niet verleend, wat door de verdediging werd aangevoerd als een schending van de rechten van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat het openbaar ministerie in gebreke was gebleven en dat dit verzuim de ontvankelijkheid van de officier van justitie aantastte. De rechtbank concludeerde dat de weigering om de TCI-journaals te verstrekken, de kern van het wettelijk systeem aantastte en leidde tot de niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven, dat eerder was geschorst. De uitspraak benadrukt het belang van de verhouding tussen de rechterlijke macht en het openbaar ministerie, en de noodzaak voor het openbaar ministerie om te voldoen aan rechterlijke bevelen.