ECLI:NL:RBROT:2017:2865

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 maart 2017
Publicatiedatum
18 april 2017
Zaaknummer
10/700251-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van de verdachte in een zaak van witwassen met betrekking tot de aankoop van een BMW

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 maart 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van witwassen. De verdachte had een BMW 740d aangeschaft voor een bedrag van 26.000 euro, contant betaald. De officier van justitie stelde dat de herkomst van het geld crimineel was, gezien de financiële situatie van de verdachte en haar partner, die op dat moment aanzienlijke schulden hadden. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van het ten laste gelegde en een taakstraf van 100 uren.

De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte een verifieerbare verklaring heeft gegeven over de herkomst van het geld. Zij verklaarde dat zij 19.000 euro van haar zus in Turkije had geleend en 7.000 euro had gespaard door het inwisselen van gouden sieraden. De rechtbank vond deze verklaring niet hoogst onwaarschijnlijk en oordeelde dat het Openbaar Ministerie niet voldoende had aangetoond dat de BMW was aangeschaft met crimineel geld.

Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Tevens werd besloten dat de in beslag genomen BMW aan de verdachte moest worden teruggegeven. De rechtbank heeft geen beslissing genomen over een verzoek van de verdediging om de zus van de verdachte als getuige te horen, aangezien de verdachte vrijgesproken werd en daar geen belang meer bij had.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 3
Parketnummer: 10/700251-15
Datum uitspraak: 31 maart 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. Ö. Saki, advocaat te Rotterdam.

Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 31 maart 2017.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.L. Hoekstra heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 100 uren, bij niet naar behoren verrichten te vervangen door 50 dagen hechtenis;
  • verbeurdverklaring van de onder de verdachte inbeslaggenomen personenauto.

Waardering van het bewijs

Standpunt officier van justitie
De officier van justitie vindt dat het niet anders kan zijn dan dat de auto van het merk BMW, kenteken [kentekennummer] , met crimineel geld is aangeschaft. De volgende feiten en omstandigheden in het dossier onderbouwen volgens haar dat standpunt.
De verdachte heeft verklaard dat zij de BMW voor 26.000,-- euro heeft gekocht. Zij heeft dat bedrag contant betaald. Verdachte en haar partner hadden ten tijde van de aanschaf van de auto geen noemenswaardig inkomen en er was sprake van een hypotheekschuld, een debetstand op de ondernemersrekening van verdachte van circa 37.000,-- euro en van een aanzienlijke belastingschuld van haar partner. De vaste lasten van de verdachte bedroegen 1.300,-- euro per maand.
Het is verder opmerkelijk dat de verdachte de BMW heeft gekocht kort nadat twee auto’s van haar partner door de Belastingdienst inbeslaggenomen waren. Alles bij elkaar rechtvaardigt dit een vermoeden van witwassen, aldus de officier van justitie.
Onder die omstandigheden mag van de verdachte een concrete, verifieerbare en niet op voorhand onaannemelijke verklaring worden verlangd. Volgens de officier van justitie heeft de verdachte daar niet aan voldaan. Dit dient te leiden tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
Beoordeling
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de genoemde feiten en omstandigheden een vermoeden van witwassen rechtvaardigen.
In dat geval mag van de verdachte worden verlangd dat zij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld waarmee zij de BMW heeft gekocht. Die verklaring moet dan concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn.
Zij heeft verklaard dat zij 19.000 euro van haar zus in Turkije heeft geleend en dat zij 7.000 euro bij elkaar heeft gespaard, onder meer door het inwisselen van gouden sieraden in Nederland en Turkije. De lening is onderbouwd met een leningsovereenkomst en een schriftelijke verklaring van de zus van de verdachte. Voorts heeft zij verklaard hoe het inwisselen van de gouden sieraden in zijn werk ging.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte hiermee een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft afgelegd over de herkomst van het geld waarmee zij de BMW heeft aangeschaft.
Het had vervolgens – bij resterende vragen of twijfel – op de weg van het Openbaar Ministerie gelegen de verklaring van de verdachte nader te onderzoeken. Daar is het Openbaar Ministerie niet voldoende in geslaagd.
Dit leidt er toe dat niet de conclusie kan worden getrokken dat het niet anders kan zijn dan dat de BMW is aangeschaft met middelen die een criminele herkomst hebben. Laat staan dat dat zonder redelijke twijfel kan worden vastgesteld. De verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het ten laste gelegde.

In beslag genomen voorwerpen

Gelet op de vrijspraak zal ten aanzien van de inbeslaggenomen personenauto een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

Verzoek tot aanhouding

Ter terechtzitting heeft de verdediging verzocht het onderzoek te schorsen om de zus van de verdachte op te roepen om als getuige te worden gehoord.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken zal de rechtbank geen beslissing nemen over dit verzoek, nu de verdachte daar geen belang meer bij heeft.

Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan verdachte van:
- een personenauto, BMW 740d, kenteken [kentekennummer] (goednummer [beslagnummer] ).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. R.J.A.M. Cooijmans en R.H. Kroon, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
zij in of omstreeks de periode van 16 april 2015 tot en met 1 juni 2015
te Rotterdam, althans in Nederland,
een voorwerp, te weten een auto (BMW 740D xDrive, kenteken [kentekennummer] ), heeft
verworven, voorhanden gehad,
overgedragen en/of omgezet, en/of
van een voorwerp, te weten een auto (BMW 740D xDrive, kenteken [kentekennummer] )
gebruik heeft gemaakt,
terwijl zij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat dat
voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was
uit enig misdrijf.