ECLI:NL:RBROT:2017:2864

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 april 2017
Publicatiedatum
18 april 2017
Zaaknummer
10/680771-15 / TUL VV 22/000297-15
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot hennepdiefstal met medeplichtigheid en taakstraf

Op 14 april 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een poging tot hennepdiefstal. De verdachte, die als uitkijk fungeerde, werd beschuldigd van medeplichtigheid aan de poging tot diefstal van hennepplanten. De feiten vonden plaats op 16 december 2015, toen de politie een melding ontving van verdachte activiteiten bij een woning in Dordrecht. De verdachte en zijn medeverdachten werden betrapt terwijl zij probeerden in te breken in de woning, waar een hennepkwekerij was gevestigd. De rechtbank oordeelde dat het primair ten laste gelegde niet bewezen kon worden, maar dat de verdachte wel medeplichtig was aan het subsidiair ten laste gelegde feit. De rechtbank legde een taakstraf van 120 uren op, waarbij rekening werd gehouden met het tijdsverloop sinds de feiten. Tevens werd de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf gelast, omdat de verdachte zich niet aan de voorwaarden had gehouden. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en concludeerde dat de verdachte strafbaar was voor zijn rol in de poging tot hennepdiefstal.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 3
Parketnummer: 10/680771-15
Parketnummer vordering TUL VV: 22/000297-15
Datum uitspraak: 14 april 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. R. van den Hemel, advocaat te Dordrecht.

Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 31 maart 2017.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.L. Hoekstra heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het primair ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met aftrek van voorarrest;
  • tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel onder parketnummer 22/000297-15.

Waardering van het bewijs

Vrijspraak
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het primair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
Beoordeling subsidiair ten laste gelegde
Inleiding
Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de volgende feiten en omstandigheden op grond van het onderzoek op de terechtzitting en de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt.
Op 16 december 2015 omstreeks 01.02 uur ontving de politie een melding dat drie donkere mannen, in het donker gekleed, werden gezien bij de flat aan [adres delict] in Dordrecht en dat op dat moment twee van hen via een ladder het balkon aan de achterzijde van de woning met nummer [huisnummer] opklommen. De woning lag op de tweede verdieping van het flatgebouw. Terwijl de politie onderweg was, gaf de meldster door dat de derde man voor de woning stond en met een zaklamp stond te schijnen op de woning. Ondertussen waren de twee andere mannen de woning binnengegaan. Later bleken dit de medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] te zijn.
Toen de politie ter plaatse kwam, zagen zij op de door de meldster beschreven plek aan de achterzijde van de woning de derde man staan. Dit bleek later de verdachte te zijn. De verdachte zette het op een lopen toen de politie zich bekend maakte en riep dat hij moest blijven staan. Op de plek waar de verdachte had gestaan lag een telescoopladder en een grote zwarte tas. In de tas lagen zogenoemde ‘big shoppers’. De verdachte werd na een korte achtervolging om 01.15 uur aangehouden door de politie.
In de tussentijd had de meldster voortdurend zicht op de woning die door de medeverdachten was betreden en gaf zij aan de politie door dat zij had gezien dat niemand de woning had verlaten. De politie heeft vervolgens de voordeur van de woning geforceerd en is omstreeks 01.45 uur de woning binnengegaan. De medeverdachten zaten op de grond in de gang van de woning. Verder bleek er niemand in de woning aanwezig te zijn.
Na het binnentreden van de woning werd in de woonkamer een in werking zijnde hennepkwekerij met 356 hennepplanten aangetroffen.
Op het balkon aan de achterzijde van de woning lag een rood breekijzer. Tevens lag er een blauwe plastic tas van ‘Albert Heijn’ met daarin twee grote schroevendraaiers, een metaalkleurig breekijzer en handschoenen. Het onderste scharnier van de balkondeur bleek kapotgebroken te zijn. Hierdoor was het mogelijk de balkondeur uit de sponning te tillen.
In een vaste kast in de keuken van de woning trof de politie een zwarte schoudertas en een paarse kussensloop aan. In de schoudertas lagen vier knipscharen, een zwarte zaklamp, een stroomstootwapen, een jammer met drie antennes, een set zwarte handschoenen, een valmes en een vuurwapen, een Walther P22. In de kussensloop lag een zwarte bivakmuts. Later bleek bemonsterd celmateriaal van het vuurwapen te matchen met het DNA-profiel van de medeverdachte [naam medeverdachte 2] .
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat ook het subsidiair ten laste gelegde niet bewezen kan worden en dat de verdachte vrijgesproken moet worden. Aan dat verweer is ten grondslag gelegd dat hij slechts een toevallige passant was en niet met de inbraak van doen heeft gehad.
Beoordeling
Uit de hiervoor opgenomen vaststellingen die hun grondslag vinden in de bewijsmiddelen volgt de verwerping van het ‘ik wist van niks scenario’ van de verdachte. De verdachte is zijn twee medeverdachten behulpzaam geweest bij de inbraak in een hennepkwekerij. Hij was de uitkijk.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
(subsidiair)
[naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1] , tezamen en in vereniging met elkaar, op 16 december 2015 te Dordrecht om ongeveer 01.00 uur, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
in een woning, gelegen aan [adres delict] (nummer [huisnummer] ), ter uitvoering van het door die [naam medeverdachte 2] en [naam medeverdachte 1] voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen
hennepplanten en/of henneptoppen,
toebehorende aan een ander of anderen dan aan die [naam medeverdachte 2]
en/of [naam medeverdachte 1] en/of verdachte, en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak en inklimming,
- via een ladder op het balkon van die woning zijn geklommen en
- het slot van de balkondeur van die woning hebben geforceerd en
- die woning zijn binnengegaan en
- terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door op de uitkijk te staan.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:

(subsidiair)

Medeplichtigheid aan poging tot diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, in een woning door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

Motivering straf

De verdachte heeft als uitkijk geholpen bij een poging vanuit een woning hennepplanten en/of henneptoppen te stelen. De medeverdachten zijn op het balkon van die woning geklommen, hebben een deur geforceerd en zijn de woning binnengegaan. De diefstal is niet gelukt, omdat de politie was gewaarschuwd en al snel ter plaatse kwam. Het was niet uitgesloten dat indien de diefstal van de hennep was gelukt, dit andere criminele reacties tot gevolg had gehad.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 3 maart 2017, waaruit blijkt dat de verdachte weliswaar eerder is veroordeeld door de strafrechter, maar dat deze veroordelingen andersoortige feiten betroffen. Het strafblad van de verdachte zal dan ook geen rol spelen bij het bepalen van de strafmaat.
Gezien de ernst van het feit kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Vanwege het tijdsverloop zal de rechtbank echter volstaan met het opleggen van een taakstraf.
De rechtbank zal de verdachte veroordelen tot een taakstraf van 120 uren.

Vordering tenuitvoerlegging

Bij arrest van 28 oktober 2015 van het gerechtshof Den Haag is de verdachte ter zake van mishandeling veroordeeld voor zover van belang tot een geldboete van € 550,00, waarvan een gedeelte groot € 250,00 voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De proeftijd is ingegaan op 12 november 2015.
Het hierboven bewezen verklaarde feit is na het wijzen van dit arrest en voor het einde van de proeftijd gepleegd.
Door het plegen van het bewezen feit heeft de verdachte de aan het arrest verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
Daarom zal de tenuitvoerlegging worden gelast van het voorwaardelijk gedeelte van de bij dat arrest aan de verdachte opgelegde straf.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 22c, 22d, 45, 48, 49 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek 112 (honderdtwaalf) uren te verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
56 (zesenvijftig) dagen;
gelast de
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijk gedeelte, te weten een
geldboetevan
€ 250,00bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagenhechtenis, van de bij arrest van 28 oktober 2015 van het gerechtshof Den Haag aan de veroordeelde opgelegde straf.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. R.J.A.M. Cooijmans en R.H. Kroon, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De voorzitter en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I

Tekst tenlastelegging

Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
Primair
hij op of omstreeks 16 december 2015 te Dordrecht om ongeveer 01.00 uur, in
elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
in een woning, gelegen aan [adres delict] (nummer [huisnummer] ), alwaar
verdachte en/of zijn mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de
rechthebbende bevond(en),
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen
een (grote) hoeveelheid, althans een of meer, hennepplant(en) en/of
henneptop(pen), althans enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededaders
en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik te brengen
door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- al dan niet via een touwladder op het balkon van die woning is geklommen
en/of
- met een breekvoorwerp het slot van de balkondeur van die woning heeft
geforceerd en/of
- die woning is binnengegaan en/of
- een aantal (knip)scharen en/of een vuurwapen en/of een stroomstootwapen
en/of een bivakmuts die woning mee naar binnen heeft genomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair
[naam medeverdachte 2] en/of [naam medeverdachte 1] , althans een of meer perso(o)n(en) en/of een of
meer mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor
zich, op of omstreeks 16 december 2015 te Dordrecht om ongeveer 01.00 uur, in
elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd,
in een woning, gelegen aan [adres delict] (nummer [huisnummer] ), alwaar
die [naam medeverdachte 2] en/of [naam medeverdachte 1] , althans die perso(o)n(en), en/of zijn/hun
mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en),
ter uitvoering van het door die [naam medeverdachte 2] en/of [naam medeverdachte 1] , althans die
perso(o)n(en), voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen,
een (grote) hoeveelheid, althans een of meer, hennepplant(en) en/of
henneptop(pen), althans enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan die [naam medeverdachte 2]
en/of [naam medeverdachte 1] en/of zijn/hun mededaders en/of verdachte,
en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of
die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik te brengen
door middel van braak, verbreking en/of inklimming,
- al dan niet via een touwladder op het balkon van die woning is/zijn geklommen
en/of
- met een breekvoorwerp het slot van de balkondeur van die woning heeft/hebben
geforceerd en/of
- die woning is/zijn binnengegaan en/of
- een aantal (knip)scharen en/of een vuurwapen en/of een stroomstootwapen
en/of een bivakmuts die woning mee naar binnen heeft/hebben genomen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door op de uitkijk te staan.