ECLI:NL:RBROT:2017:2641
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor doodslag op een baby na gebrek aan bewijs
Op 7 april 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van doodslag op haar baby. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer voor strafzaken. De verdachte, geboren op een onbekende datum en ingeschreven op een onbekend adres, werd bijgestaan door haar raadsman, mr. H. Raza. De officier van justitie, mr. J.B. Wooldrik, eiste vrijspraak van het ten laste gelegde. Tijdens de zitting op 24 maart 2017 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De rechtbank concludeerde dat er geen enkele aanwijzing was dat de verdachte enige betrokkenheid had bij de geweldpleging jegens het slachtoffer, dat haar kind was. De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend was bewezen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen, omdat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. Dit vonnis werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. E. Kerens, en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.