Uitspraak
1.Het procesverloop en de processtukken
2.Het verzoek en de reactie daarop
3.De beoordeling
4.De beslissing
wijst afhet verzoek tot wraking van mr. L.J. van Die.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 maart 2017 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door [naam verzoeker], vertegenwoordigd door [naam gemachtigde]. Het verzoek was gericht tegen mr. L.J. van Die, rechter in de rechtbank Rotterdam, team Kanton I. De wrakingsgrond was dat verzoeker geen vertrouwen had in de onafhankelijkheid van de rechter, omdat deze aanvullende stukken van verzoeker niet in beschouwing had genomen, terwijl die van de tegenpartij wel waren geaccepteerd. Verzoeker stelde dat de rechter een ongelijke situatie had gecreëerd en dat hij de rol van deskundige had aangenomen door te beweren dat een balkon veilig was na vervanging van enkele planken. De rechter heeft echter betwist dat er sprake was van partijdigheid en heeft aangegeven dat de repliek van verzoeker niet geaccepteerd kon worden omdat deze te laat was ingediend. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechter en dat de door verzoeker aangevoerde omstandigheden niet voldoende waren om aan te nemen dat de rechter niet onpartijdig was. De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek ongegrond was en heeft het afgewezen.