Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de overgelegde producties
- het proces-verbaal van comparitie van partijen van 16 maart 2017.
2.De feiten
Klaaswaal beslaat 31,6 ha verpachte landbouwgrond (het stuk van mevrouw [persoon 1] reken ik als verpacht nu ik het bij aankoop niet te gelde wil maken en opstaprechten voor 10 ha althans momenteel niet kunnen worden bedongen).”
akte van levering/verlening recht van vruchtgebruik.” Vader heeft overeenkomstig het voorstel van [kind 2] 1/3 deel van de koopsom aan [eiseres] geschonken en 1/3 deel aan [kind 3] .
Bijeenkomst 25 mei 2007.” Dit geschrift is door vader en alle 5 de kinderen voor akkoord ondertekend. Het geschrift heeft als strekking dat vader om fiscale redenen zijn vermogen nog bij leven - evenredig - onder zijn 5 kinderen gaat verdelen, daarbij rekening houdend met hetgeen diverse kinderen inmiddels al gekregen hebben van vader.
3.De vordering
Op pacht van los land voor een periode van zes jaar of korter (zoals de tijdelijk aan mevrouw [persoon 1] verpachte grond) was vanaf 1 september 2007 het dwingende pachtrecht op het gebied van pachtprijsbeheersing, bescherming van de pachter ter zake de continuïteit van de overeenkomst en het voorkeursrecht niet langer van toepassing. Daardoor was het perceel dat aan mevrouw [persoon 1] werd verpacht, veel meer waard dan de andere percelen die regulier werden verpacht.”
4.Het verweer
5.De beoordeling
Pachtovereenkomst geliberaliseerde pacht voor zes jaar en korter (art.7:397 lid 1 BW).” In deze overeenkomst staat dat [kind 2] , met zijn drie dochters, deze grond (wél) aan een derde heeft verpacht, ingaande op 16 november 2008 en eindigende op 15 november 2014. Tegen deze achtergrond is de enkele omstandigheid dat [kind 2] deze 8 ha bij de inbreng in zijn eigen BV (om hem moverende redenen) heeft gewaardeerd tegen de waarde in onverpachte staat onvoldoende om aan te kunnen nemen dat ook vader bij zijn successieplanning deze waarde had moeten hanteren (en dat de notaris daarop had moeten wijzen).