ECLI:NL:RBROT:2017:2445

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 maart 2017
Publicatiedatum
31 maart 2017
Zaaknummer
10/960151-14
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring van de rechtbank over de veroordeling van een moderator van een kinderpornoforum

Op 31 maart 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam een eindvonnis uitgesproken in de zaak tegen een verdachte die als moderator op een kinderpornoforum actief was. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar en 7 maanden voor het bezit en de verspreiding van een zeer grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, die al eerder was veroordeeld voor vergelijkbare feiten, een actieve rol speelde in het faciliteren van de verspreiding van kinderpornografie via een internetforum. De rechtbank constateerde dat er meer dan 200.000 kinderpornografische afbeeldingen op de in beslag genomen gegevensdragers waren aangetroffen, waaronder beelden van zeer jonge kinderen. De verdachte had niet alleen materiaal in bezit, maar droeg ook bij aan de instandhouding van een netwerk waarbinnen kinderpornografisch materiaal werd gedeeld. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, wat leidde tot een vermindering van de straf met 8%. De rechtbank concludeerde dat de verdachte volledig toerekeningsvatbaar was, ondanks zijn weigering om medewerking te verlenen aan psychologisch onderzoek. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele andere tenlastegelegde feiten, maar bevestigde de ernst van de bewezen feiten en de impact daarvan op de slachtoffers.

Uitspraak

eindvonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team straf 3
Parketnummer: 10/960151-14
Datum uitspraak: 31 maart 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de [naam penetentiaire inrichting] , locatie [naam penetentiaire inrichting] ,
raadsvrouw mr. R.E.H. Jager, advocaat te Amersfoort.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Op 7 juli 2016 is in deze zaak een tussenvonnis gewezen, waarbij het onderzoek ter terechtzitting is heropend en de stukken in handen van de rechter-commissaris zijn gesteld, teneinde de verdachte in de gelegenheid te stellen te worden gehoord over de mogelijkheid van plaatsing in [naam instelling] . Op 10 maart 2017 is er door het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie een rapport over de verdachte opgemaakt over zijn verblijf in [naam instelling] .
Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 9 juni 2016, 29 september 2016,
22 november 2016, 8 februari 2017 en 17 maart 2017.
Met toestemming van de verdediging en de officier van justitie heeft de terechtzitting op 17 maart 2017 plaatsgevonden in de volgende samenstelling: mr. E.M. Havik, mr. D.L. Spierings en mr. B.M.R.M. Edelhauser-Vlijmen.
De tekst van het tussenvonnis van 7 juli 2016 maakt, voor zover relevant, deel uit van dit eindvonnis.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, zoals deze op de terechtzitting van 25 november 2015 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. B.M.M. Zonneveld heeft op de zitting van 17 maart 2017 gevorderd:
- bewezenverklaring van het onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met vermindering van 8% vanwege de overschrijding van de redelijke termijn en met aftrek van voorarrest.

4.Geldigheid dagvaarding

4.1.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw bepleit – zakelijk weergegeven – dat de tenlastelegging als geheel zo onnodig omvangrijk, complex en onduidelijk is dat het onmogelijk is om hiertegen verweer te voeren, zodat de dagvaarding nietig is.
Zo merkt de raadsvrouw op, dat bij feit 1 dertig bestanden zijn opgesomd, maar dat een groot deel daarvan niet terug is te vinden in de processtukken. Bovendien is de tenlastelegging volgens de verdediging erg rommelig en complex door de enorme hoeveelheid alternatieve lezingen en is de tenlastelegging hierdoor redactioneel ontspoord.
Verder merkt de raadsvrouw op dat onder feit 1 acht categorieën van seksuele gedragingen zijn beschreven en dat daarna dertig bestandsnamen zijn genoemd. Door deze wijze van tenlasteleggen is volgens de verdediging volstrekt onduidelijk welke bestandsnaam met welke categoriale beschrijving correspondeert. Ook in het dossier ontbreekt per bestandsnaam een concrete beschrijving per bestandsnaam of afbeelding.
Ook met betrekking tot de feit 2 bepleit de raadsvrouw nietigheid, omdat bij periode A achter de omschrijving van de verweten gedraging geen enkele bestandsnaam of verwijzing naar een vindplaats in het dossier wordt genoemd. Een soortgelijk probleem doet zich voor bij feit 3.
4.2.
Beoordeling
4.2.1.
Algemeen
De rechtbank stelt voorop dat de tenlastelegging moet worden bezien in samenhang met de inhoud van het dossier en met de zogeheten “fotomap” waarnaar in de tenlastelegging wordt verwezen en waarin de afbeeldingen te vinden zouden moeten zijn die in de tenlastelegging met bestandsnamen zijn aangeduid.
4.2.2.
Feit 1
In de tenlastelegging is onder feit 1 eerst in algemene bewoordingen een aantal verschillende concrete seksuele gedragingen omschreven, opgedeeld in categorieën. Vervolgens wordt een groot aantal bestandsnamen genoemd, met daarachter de vindplaatsen in het dossier en/of de fotomap. Na schorsing van het onderzoek op de terechtzitting van 9 juni 2016 heeft de rechtbank de onder feit 1 genoemde vindplaatsen in het dossier en de fotomap nageslagen. Hierbij is geconstateerd dat op alle afbeeldingen van de eerste elf bestandsnamen meerdere, verkleinde afbeeldingen (zogeheten “thumbnails”) met verschillende seksuele handelingen zichtbaar zijn. De rechtbank heeft gezien dat de afbeeldingen van de eerste elf bestandsnamen corresponderen met meerdere categoriale beschrijvingen van seksuele gedragingen in de tenlastelegging. Naar het oordeel van de rechtbank is de tenlastelegging, bezien in combinatie met de fotomap, op dit punt voldoende duidelijk. Omdat ieder bestand meerdere kleine afbeeldingen met uiteenlopende seksuele gedragingen bevat, lag het niet voor de hand om de bestandsnamen onder feit 1 op een andere wijze in de tenlastelegging op te nemen dan nu is gedaan.
De rechtbank merkt op dat bij de eerste elf bestandsnamen in de tenlastelegging wordt verwezen naar bijlage 23 in het dossier. Uit het dossier blijkt echter dat dit bijlage [naam bijlage] dient te zijn, waarin een overzicht wordt gegeven van de zichtbare kinderpornografische elementen op de bestanden. Nu in bijlage 24 wordt verwezen naar de elf bestandsnamen, weergegeven op de tenlastelegging onder feit 1, acht de rechtbank voldoende duidelijk dat bijlage 24 dient te worden betrokken bij de beoordeling van het tenlastegelegde. De rechtbank gaat er van uit dat de tenlastelegging in zoverre een kennelijke verschrijving bevat.
De laatste drie bestandsnamen onder feit 1, te weten [bestandsnaam 1] , [bestandsnaam 2] en [bestandsnaam 3] zijn opgenomen in de fotomap bijlage 11, zoals de officier van justitie bij requisitoir heeft vermeld. Nu in deze fotomap bijlage wordt verwezen naar de bestandsnamen als opgenomen in de tenlastelegging en deze bestandsnamen ook terug te vinden zijn in de bijlage bij het ‘aanvullend eindpv’ waarnaar in de tenlastelegging wordt verwezen, acht de rechtbank voldoende duidelijk dat fotomap bijlage 11 dient te worden betrokken bij de beoordeling van dit tenlastegelegde onderdeel.
De rechtbank heeft verder geconstateerd dat de dossierstukken een beschrijving bevatten van de onder feit 1 genoemde afbeeldingen die overeenkomt met de seksuele gedragingen die te zien zijn op de onder feit 1 genoemde afbeeldingen in de fotomap en de feitelijke handelingen zoals die zijn omschreven in de tenlastelegging.
Dit geldt niet voor de bestandsnamen [bestandsnaam 4] , [bestandsnaam 5] , [bestandsnaam 6] , [bestandsnaam 7] . Nu de verdachte van dit deel van de tenlastelegging partieel zal worden vrijgesproken zal om doelmatigheidsredenen op het verweer met betrekking tot de geldigheid van de dagvaarding op dit punt niet verder worden ingegaan.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de tenlastelegging wat feit 1 betreft voldoende feitelijk en duidelijk is in de zin van artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering.
4.2.3.
Feit 2
Het verweer van de raadsvrouw dat in de tenlastelegging onder feit 2 achter periode (A) geen enkele bestandsnaam wordt genoemd, berust op een onjuiste lezing van de tenlastelegging. Zoals hiervoor reeds is overwogen, dient de tenlastelegging gelezen te worden in samenhang met het dossier en de fotomap. Dan wordt duidelijk dat de in de tenlastelegging onder feit 2 achter periode (B) genoemde bestandsnamen, met daarachter de vindplaatsen in het dossier en de fotomap, betrekking kunnen hebben op respectievelijk periode (A) en periode (B).
De rechtbank merkt op dat de bestanden die zijn aangetroffen op een I-phone en op dvd’s en ten laste zijn gelegd met een verwijzing naar respectievelijk ‘aanvullend eindpv bijlage 10’ en ‘aanvullend eindpv bijlage 6’ onder feit 2 in de fotomap zijn te vinden in respectievelijk bijlage 11 en bijlage 10.
Nu de bestandsnamen in deze bijlagen van de fotomap overeenkomen met de bestandsnamen in voornoemde bijlagen in de aanvullende eind-processen-verbaal, acht de rechtbank voldoende duidelijk dat fotomap bijlage 11 en 10 dienen te worden betrokken bij de beoordeling van het tenlastegelegde.
Het verweer dat in de tenlastelegging onder feit 2 achter periode (B) onduidelijk is welke afbeeldingen op de ten laste gelegde gegevensdragers ten laste worden gelegd, slaagt, voor zover het ziet op de volgende gegevensdragers: [naam/type/serienummer gegevensdrager 1] en een harde schijf [naam/type/serienummer gegevensdrager 2] . In de tenlastelegging onder feit 2 wordt verwezen naar de vindplaatsen van de hiervoor genoemde gegevensdragers in het dossier. Het is echter onduidelijk – ook na raadpleging van het dossier - welke afbeeldingen op deze gegevensdragers ten laste worden gelegd en waar die te vinden zijn in de fotomap. In zoverre is de dagvaarding nietig.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de dossierstukken een beschrijving bevatten van de overige onder feit 2 genoemde afbeeldingen die overeenkomt met de seksuele gedragingen op de onder feit 2 genoemde afbeeldingen in de fotomap en de feitelijke handelingen zoals die zijn omschreven in de tenlastelegging.
Gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank dat de tenlastelegging ten aanzien van feit 2, met uitzondering van de hiervoor genoemde gegevensdragers, voldoende feitelijk en duidelijk is.
4.2.4.
Feit 3
Ten aanzien van het verweer dat in de tenlastelegging onder feit 3 geen enkele bestandsnaam wordt genoemd, geldt hetzelfde als hiervoor is overwogen. De tenlastelegging dient gelezen te worden in samenhang met het dossier en de fotomap. Dan wordt duidelijk welke afbeeldingen zijn aangetroffen op de gegevensdrager die in de tenlastelegging onder feit 3 zijn genoemd, met daarachter de vindplaats in het dossier en de fotomap.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de dossierstukken (bijlage 45) een omschrijving bevatten die overeenkomst met de ontuchtige handelingen als omschreven op de dagvaarding onder feit 3 en dat deze handelingen terug te zien zijn op de afbeeldingen in de fotomap bijlage 8 waarnaar wordt verwezen in de tenlastelegging.
Gelet hierop concludeert de rechtbank dat de tenlastelegging wat feit 3 betreft voldoende feitelijk en duidelijk is.
4.3.
Conclusie
Met inachtneming van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de dagvaarding ten aanzien van de volgende gegevensdragers, niet voldoet aan de eisen gesteld door artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering, omdat onduidelijk is welke afbeeldingen ten laste worden gelegd:
- [naam/type/serienummer gegevensdrager 1] en
- [naam/type/serienummer gegevensdrager 2]
De dagvaarding zal dan ook in zoverre nietig worden verklaard. Voor het overige is de dagvaarding geldig.

5.Waardering van het bewijs

5.1.
Beslag PC in 2010
5.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat op 16 juni 2010 de woning van de verdachte onrechtmatig doorzocht is en dat tijdens die doorzoeking zijn personal computer (hierna: PC) en een losse harde schijf onrechtmatig in beslag zijn genomen. Om die reden zouden volgens de verdediging primair de resultaten van het onderzoek naar die gegevensdragers niet voor het bewijs mogen worden gebruikt. Bovendien, zo stelt de verdediging, is het zogenoemde [dossier-naam] dat uiteindelijk (in 2015) heeft geleid tot de doorzoeking en inbeslagneming van gegevensdragers in de woning van de verdachte in [plaats 1] , een rechtstreeks voortvloeisel van het onrechtmatige beslag op de PC in 2010. Om die reden zouden ook de resultaten van het onderzoek naar de in 2015 in beslag genomen gegevensdragers van het bewijs moeten worden uitgesloten; het gaat immers om “fruits of the poisonous tree”. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat dit vormverzuim tot een aanzienlijke strafvermindering dient te leiden.
De verdediging baseert haar standpunt dat de doorzoeking en inbeslagneming in 2010 onrechtmatig waren op de volgende argumenten:
1. Er was geen vermoeden van een strafbaar feit, geen ‘strafrechtelijk relevante situatie’ die aanleiding kon vormen om bij de woning van de verdachte aan te bellen, laat staan om aan de moeder van de verdachte toestemming te vragen voor de doorzoeking;
2. Een machtiging tot binnentreden ontbrak;
3. Geen van de situaties, bedoeld in artikel 96 Sv, deed zich voor;
4. De moeder van de verdachte heeft onder druk toestemming gegeven voor de doorzoeking en voor de inbeslagneming van de gegevensdragers;
5. Er was geen enkele reden om de PC van de verdachte mee te nemen. De reden van het binnentreden was immers gelegen in de aanwezigheid van camera’s die aan de woning van de verdachte hingen. Die camera’s waren niet verbonden met de PC.
5.1.2.
Beoordeling
Uit de stukken blijkt dat de aanleiding voor de doorzoeking en inbeslagneming op 16 juni 2010 lag in een melding van buurtgenoten van de verdachte. Die melding hield, kort weergegeven, in dat de zoon van de bewoners van de woning [adres] te [plaats 2] camera’s had opgehangen aan de dakgoot van de woning. Deze camera's stonden onder andere gericht op een kinderspeelplaats. De zoon had al eens vastgezeten voor kinderporno en de buren vertrouwden de situatie niet.
Onderzoek in de politiesystemen bracht aan het licht dat de verdachte op het genoemde adres woonde en dat tegen hem in 2002 een proces-verbaal was opgemaakt in verband met bezit van kinderpornografisch materiaal.
Officier van justitie mr Bijl gaf vervolgens opdracht om een onderzoek in te stellen en goederen in beslag te nemen die de waarheid aan het licht zouden kunnen brengen.
Op woensdag 16 juni 2010 zijn politie-ambtenaren naar de woning gegaan. Zij zagen dat aan de gevel van de woning twee camera's bevestigd waren en dat die camera's gericht waren op de openbare weg. De deur werd geopend door [naam 1] (de moeder van de verdachte), die desgevraagd toestemming gaf om de woning binnen te komen. Zij vertelde dat haar zoon niet thuis was. Volgens haar had haar zoon de camera's opgehangen omdat hij de zolderverdieping bewoonde en op die manier kon zien wat er buiten gebeurde. De zolderverdieping had namelijk geen ramen.
In het proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 oktober 2010, waarin het bezoek aan de woning is beschreven, is het gesprek dat vervolgens met verdachtes moeder is gevoerd, als volgt weergegeven: “U vraagt mij of ik toestemming verleen om de computers van mijn zoon in beslag te nemen. U vertelt mij dat er onderzoek gedaan wordt of er beelden zijn opgenomen. Ik vind dit een moeilijke beslissing, want mijn zoon is aan het werk. Ik begrijp de reden van het onderzoek en verleen u bij deze toestemming.” Die verklaring van de moeder van de verdachte is (in handgeschreven vorm) bij het proces-verbaal van bevindingen gevoegd. Onder de verklaring staat – boven de handtekeningen van de verbalisanten – een handtekening waarover de moeder van de verdachte tijdens haar verhoor bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat het haar handtekening is.
Na die schriftelijk toestemming zijn de verbalisanten met verdachtes moeder naar de zolder van de woning gegaan. Zij beschrijven hun bevindingen als volgt: “Wij zagen veel bedrading over de vloer en langs het dak lopen. Er lagen ook diverse computeronderdelen. Wij zagen ook dat de monitor in werking was. Op het beeld dat op de monitor te zien was, herkenden wij de omgeving van de woning aan [adres] . Wij zagen het beeld van de parkeerplaats. Wij hebben niet vastgesteld of dit een afbeelding op het bureaublad was of dat dit beeld rechtstreeks werd doorgegeven middels de camera's. Kennelijk waren dit wel beelden, die door de eerder genoemde camera's werden of waren opgenomen. Wij zagen dat de monitor verbonden was met een computerkast. Daar wij niet direct konden vaststellen of er beelden en/of geluid van de openbare weg werd opgenomen en wij wilden voorkomen dat wij eventuele gegevens zouden wissen, heb ik verbalisant [naam verbalisant 1] , de computer losgekoppeld van de monitor. De kabels achterin de computerkast heb ik eveneens losgekoppeld. De kamer werd verder niet door ons doorzocht.”
De rechtbank ziet – gezien de inhoud van het hierboven weergegeven ambtsedige proces-verbaal – geen reden om er aan te twijfelen dat de opsporingsambtenaren op 16 juni 2010 met toestemming van de moeder van de verdachte de woning van de verdachte hebben betreden. Tijdens het verhoor bij de rechter-commissaris heeft [naam 1] hierover verklaard dat de opsporingsambtenaren haar zeiden dat, als zij geen toestemming zou geven, de politie met meer mensen in uniform zou komen, zodat iedereen het zou zien en dat zij dan alsnog binnen zouden komen. Als de verbalisanten dit inderdaad gezegd hebben – uit het eerder genoemde proces-verbaal van bevindingen blijkt daar niets van – dan nog ziet de rechtbank hierin geen reden voor het oordeel dat de verbalisanten daarmee ongeoorloofde druk hebben uitgeoefend om de toestemming tot binnentreden te verkrijgen.
Gezien de toestemming was een machtiging tot binnentreden niet vereist en is ook niet relevant of één van de situaties, bedoeld in artikel 96, eerste lid, Sv zich voordeed. Voor zover de verdediging bedoelt te stellen dat voor het vragen van toestemming tot binnentreden een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit vereist zou zijn, overweegt de rechtbank dat voor die stelling geen wettelijke grondslag is te vinden.
Anders dan de verdediging kennelijk meent, zijn de woning en meer in het bijzonder de kamer van de verdachte niet doorzocht. De handelingen die in het proces-verbaal van bevindingen van 4 oktober 2010 zijn beschreven, behelzen geen doorzoeking. In het proces-verbaal is vervolgens met zoveel woorden vermeld dat de kamer van de verdachte verder niet is doorzocht. Nu geen doorzoeking heeft plaatsgevonden, was daar ook geen toestemming voor nodig.
Ingevolge artikel 94, eerste lid, Sv (voor zover hier van belang) zijn alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen, vatbaar voor inbeslagneming. Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat er – wil tot inbeslagneming kunnen worden overgegaan – een vermoeden moet zijn dat er een strafbaar feit is gepleegd en dat de in beslag te nemen voorwerpen redelijkerwijs kunnen dienen om op dat punt de waarheid aan het licht te brengen.
In het onderhavige geval volgde de inbeslagneming op signalen uit de buurt dat aan de gevel van de woning van de verdachte camera’s hingen die mogelijk waren gericht op een kinderspeelplaats, op de vaststelling dat tegen de verdachte eerder een proces-verbaal wegens het bezit van kinderporno was opgemaakt en op de vaststelling dat op een monitor een beeld van buiten de woning zichtbaar was.
Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigden deze omstandigheden niet het vermoeden dat er mogelijkerwijs een strafbaar feit werd begaan. Het filmen van kinderen in een speeltuin – hoe dubieus ook gezien het verleden van de verdachte - is immers niet strafbaar. Bovendien was niet aanstonds duidelijk dat met de camera’s kinderen in een speeltuin werden gefilmd: op een beeldscherm zagen de verbalisanten beelden van een parkeerplaats. De voorwerpen in de kamer van de verdachte konden dan ook redelijkerwijs niet dienen om de waarheid omtrent een strafbaar feit boven tafel te krijgen. Nu niet is voldaan aan de hiervoor genoemde voorwaarde van artikel 94, eerste lid, Sv, acht de rechtbank de inbeslagneming onrechtmatig. Dit levert een onherstelbaar vormverzuim op in de zin van artikel 359a Sv.
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden, is of hieraan een rechtsgevolg dient te worden verbonden of dat een constatering van het vormverzuim afdoende is. Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet met de volgende drie factoren rekening worden gehouden:
1.het belang dat het geschonden voorschrift dient (Schutznorm);
2.de ernst van het verzuim;
3.het nadeel dat daardoor is veroorzaakt.
Ad 1 Het geschonden voorschrift dient ter bescherming van de belangen van de verdachte.
Ad 2 Ten aanzien van de ernst van het verzuim overweegt de rechtbank dat de schending voortvloeit uit een beoordelingsfout met betrekking tot de vraag of de verdachte met het filmen mogelijk een strafbaar feit beging. Het verzuim vormt, gelet op omstandigheden waaronder het is begaan, naar het oordeel van de rechtbank geen bewuste overtreding van een belangrijke strafvorderlijke norm of beginsel, maar een beoordelings-/inschattingsfout. Dat maakt dat naar het oordeel van de rechtbank dat de ernst van het verzuim relatief beperkt is. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat de inbeslagneming met toestemming van de hoofdbewoonster is gebeurd. Het dossier bevat geen aanwijzingen om aan te nemen dat de hoofdbewoonster hierbij onder druk is gezet. De enkele mededeling dat, indien zij geen toestemming zou verlenen tot de inbeslagname van de computer, de verbalisanten contact zullen opnemen met de officier van justitie teneinde een machtiging tot doorzoeking van de rechter-commissaris te verkrijgen, levert geen ontoelaatbare druk op in voornoemde zin.
Ad 3 Ten aanzien van het nadeel moet worden vooropgesteld dat de omstandigheid dat een strafbaar feit wordt ontdekt door het desbetreffende vormverzuim, niet geldt als nadeel in de zin van artikel 359a Sv.
De raadsvouw heeft ten aanzien van het nadeel dat de verdachte heeft geleden, aangevoerd dat toegang is verkregen tot gegevens die voor de verdachte zeer persoonlijk zijn en dat vrijwel het volledige privéleven van de verdachte op straat ligt.
De rechtbank volgt dit betoog niet. Daarbij overweegt de rechtbank dat – behalve gegevens die in verband kunnen worden gebracht met de verweten strafrechtelijke gedragingen – maar weinig persoonlijke gegevens betreffende de verdachte zijn aangetroffen. Daarom is naar het oordeel van de rechtbank de persoonlijke levenssfeer van de verdachte nauwelijks geschonden.
Het aangevoerde daadwerkelijk geleden nadeel is daarmee naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd en kan mede daarom als gering worden beoordeeld.
De rechtbank oordeelt dat gezien de ernst van het verzuim enerzijds en de ernst van het hierdoor geleden nadeel anderzijds, beide zoals hiervoor uiteen gezet, volstaan kan worden met de constatering dat sprake is van een vormverzuim.
De rechtbank volgt de verdediging dan ook niet in haar stelling dat de resultaten van het onderzoek naar de in 2010 (en – in het verlengde daarvan – in 2015) in beslag genomen gegevensdragers van het bewijs moeten worden uitgesloten en evenmin in haar stelling dat het vormverzuim tot strafvermindering dient te leiden.
5.2.
Harde schrijf met goednummer [beslagnummer 1]
5.2.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de tekstbestanden “ [bestandsnaam 8] ” en “ [bestandsnaam 9] ” die zijn aangetroffen op een harde schijf met goednummer [beslagnummer 1] , niet kunnen bijdragen aan het bewijs omdat de “beslagketen” wat die harde schijf betreft mankementen vertoont. Daarbij merkt de verdediging op:
- dat op de kennisgeving van inbeslagneming (hierna: KVI) uit 2010 alleen een computerkast, één (externe) harde schijf en een dongel zijn vermeld;
- dat de harde schijf met goednummer [beslagnummer 1] volgens een proces-verbaal d.d. 28 oktober 2015 het serienummer [nummer 1] zou hebben;
- dat op de KVI uit 2010 geen harde schijf met dat serienummer is vermeld;
- dat ook het goednummer [beslagnummer 1] op die KVI niet is vermeld.
5.2.2.
Beoordeling
Met de verdediging stelt de rechtbank vast dat noch het serienummer [nummer 1] , noch het goednummer [beslagnummer 1] is terug te vinden op de oorspronkelijke KVI’s d.d. 16 juni 2010 ( [proces-verbaalnummers] .
Op 28 oktober 2015 heeft verbalisant [naam verbalisant 2] een proces-verbaal van bevindingen opgesteld, waarin hij vermeldt dat op 16 juni 2010 in de woning van de verdachte – voor zover hier van belang – een desktop computerkast en een harde schijf met serienummer [nummer 2] in beslag zijn genomen. Op 29 juni 2010 werd door een digitaal rechercheur onderzoek gedaan naar de desktop computerkast (zie pagina B02-0020). Deze rechercheur stelde vast dat er zich in de desktop computerkast een harde schijf bevond met serienummer [nummer 1] ; die harde schijf heeft toen goednummer [beslagnummer 1] gekregen.
De rechtbank begrijpt uit het proces-verbaal van 28 oktober 2015 dat in 2010 is verzuimd om met betrekking tot deze uitgebouwde harde schijf een (aanvullende of vervangende) KVI op te maken. Verbalisant [naam verbalisant 2] zegt daarover: “Ter correctie van deze administratieve omissie werd door mij een kennisgeving van inbeslagneming, voorzien van proces-verbaalnummer [proces-verbaalnummer 1] , opgesteld”. Op deze nieuwe (ongedateerde) KVI is wel de harde schijf met serienummer [nummer 1] en goednummer [beslagnummer 1] vermeld. Onderaan deze KVI is vermeld dat dit document dient ter vervanging van de reeds verstrekte kennisgevingen van inbeslagneming met proces-verbaalnummers [proces-verbaalnummers] .
Uit het bovenstaande maakt de rechtbank op dat op 16 juni 2010 een dongel, een losse harde schijf (serienummer [nummer 2] ; goednummer [beslagnummer 2] ) en een computerkast met daarin een harde schijf (serienummer [nummer 1] ; goednummer [beslagnummer 1] ) in beslag zijn genomen. Voor zover er wat de laatstgenoemde harde schijf betreft onduidelijkheid was met betrekking tot de ‘chain of evidence’, is die onduidelijkheid door het proces-verbaal d.d. 28 oktober 2015 en de daarbij gevoegde herstel-KVI weggenomen. Dit bewijsverweer treft daarom geen doel.
5.3.
Feit 1
5.3.1.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft onder 3.2 van haar pleitnota betoogd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs bestaat dat de verdachte opereerde als [nickname 1] en [nickname 2] op het [naam forum internetsite 1] . Daartoe voert zij het volgende aan.
Onvoldoende is komen vast te staan wie er achter de PC heeft gezeten waarmee onder de namen [nickname 1] en [nickname 2] op het [naam forum internetsite 1] zou zijn ingelogd .
• De nicknames kunnen niet worden gelinkt aan de verdachte. De omstandigheid dat onder twee verschillende nicknames een identiek bericht wordt geplaatst maakt niet aannemelijk dat het gaat om dezelfde persoon die deze berichten heeft geplaatst (bijlage 29 en 31).
• Daarnaast zijn geen IP-logbestanden beschikbaar van de accounts op de servers waarop het forum actief was.
• Ook uit de gegevensdragers die onder de verdachte in beslag zijn genomen, valt niet op te maken dat de verdachte zich bediende van de nicknames [nickname 1] en [nickname 2] .
o Het enkele aantreffen van een URL op de PC uit 2010 zegt immers niets over de vraag of er ook succesvol is ingelogd (bijlage 27).
o Uit de cachebestanden op de harde schijf die in 2015 in beslag genomen werd ( [nummer harde schijf 1] ) wordt bij het inloggen onder de naam [nickname 1] en [nickname 2] een logindatum van 07/02/15 gezien op het printscreen. Op deze datum zat de verdachte echter gedetineerd, terwijl niet duidelijk is geworden waarom deze logindatum – zoals de verbalisant stelt – moet worden gelezen als 15/02/2007. Dit verbaal (bijlage 43) zal daarom van het bewijs moeten worden uitgesloten.
o De succesvolle logins van [nickname 1] en [nickname 2] zoals deze zijn aangetroffen op de harde schijf met nummer [nummer harde schijf 2] (bijlage 48) bevestigen niet dat de verdachte de enige gebruiker van deze harde schijf is geweest; het aantreffen van een gebruikersspoor in een VM zegt immers niet per definitie iets over de persoon die verantwoordelijk is voor dit spoor.
Onder deze omstandigheden, mede in aanmerking genomen het geringe aantal gegevens dat is aangetroffen op de inbeslaggenomen gegevensdragers, kan niet overeind blijven dat de verdachte de persoon is achter de nicknames [nickname 1] en/of [nickname 2] .
Daarnaast heeft de raadsvrouw onder 3.3 van haar pleitnota het volgende aangevoerd. Voor de in de tenlastelegging genoemde strafbare afbeeldingen – die op z’n vroegst van 2012 dateren – bestaat geen bewijs dat deze destijds op het [naam forum internetsite 1] werden verspreid. Voorts ontbreekt het bewijs dat sprake was van medeplegen. Dat volgt alleen al uit de omstandigheid dat niet blijkt van een rechtstreeks verband tussen de verdachte en de in de tenlastelegging genoemde verwijzingen naar afbeeldingen, met andere woorden: niet blijkt wie de verwijzingen heeft geplaatst. Het dossier bevat in ieder geval geen aanwijzingen dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en anderen bij het plaatsen van verwijzingen naar kinderpornografische afbeeldingen op het [naam forum internetsite 1] .
5.3.2.
Beoordeling
De rechtbank overweegt het volgende.
Algemeen
De rechtbank stelt voorop, dat het verweer van de raadsvrouw miskent dat de gegevens in onderlinge samenhang moeten worden bezien. Het komt niet aan op het enkele aantreffen van URL’s op de PC in 2010 of één succesvolle login.
Zoals hiervoor al aan de orde is geweest zijn in juni 2010 op de zolderkamer van de verdachte verschillende gegevensdragers in beslag genomen. Dit onderzoek – onder de naam [dossiernaam 2] – heeft destijds niet geleid tot vervolging van de verdachte. Wel werden aanwijzingen gevonden dat de verdachte actief was onder de naam [nickname 1] en [nickname 2] .
In 2012 is het onderzoek [dossiernaam 1] van start gegaan. Dit was een onderzoek naar het [naam forum internetsite 2] (in de stukken ook wel aangeduid als [naam forum internetsite 2] , hierna te noemen: [naam forum internetsite 1] of forum). In het kader van dat onderzoek werden onder meer berichten aangetroffen onder de nicknames [nickname 2] en [nickname 1] .
Op basis van de gegevens uit de hiervoor genoemde onderzoeken [dossiernaam 2] en [dossiernaam 1] is in 2014 een onderzoek naar de verdachte van start gegaan onder de naam [dossier-naam] . Op 20 januari 2015 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van de verdachte, die inmiddels rond augustus/september 2013 was verhuisd naar [plaats 1] , [land] . Daarbij zijn verschillende gegevensdragers onder de verdachte in beslag genomen. Binnen het onderzoek [dossier-naam] zijn betrokken en vergeleken de gegevens van [dossiernaam 2] , [dossiernaam 1] en de onderzoeksgegevens die zijn verkregen uit de in 2015 in beslag genomen goederen. Daarnaast zijn in het onderzoek [dossier-naam] ook de verhoren van de verdachte uit de zaak van 2002 (kennelijk het onderzoek [dossiernaam 3] genaamd) gevoegd (namelijk in het persoonsdossier achter het verhoor van de verdachte van 3 februari 2015).
Uit het onderzoek [dossier-naam] valt, voor zover thans van belang, het volgende op te maken.
[naam forum internetsite 1]
Uit onderzoek naar het [naam forum internetsite 1] – dat de verbalisant kent omdat het al meer dan tien jaar voorkomt in onderzoeken naar kinderpornografie – is het volgende gebleken (bijlage 1 en bijlage 27).
Het [naam forum internetsite 1] is een internetforum dat onder meer wordt gebruikt door de leden om in berichten downloadlinks naar bestanden beschikbaar te stellen voor andere leden en voor het discussiëren over kinderpornografie en seksueel misbruik van minderjarigen.
Op het forum is verder onder andere informatie aanwezig over de wijze waarop men kinderpornografische bestanden veilig kan verspreiden.
Op het [naam forum internetsite 1] worden in de periode van 18 mei 2005 tot en met 2 april 2011 berichten geplaatst door [nickname 1] en in de periode van 24 februari 2006 tot en met 4 april 2011 door [nickname 2] . Uit de inhoud van die berichten is afgeleid dat [nickname 1] zich ook wel [nickname 1] noemt, dat hij contact heeft met de administrators, geboren is als pedo en zich aangetrokken voelt tot kleine meisjes. Uit de berichten van [nickname 2] is afgeleid dat hij een beheerder is van het forum (bijlage 54 en zie voorts bijlage 13).
In de periode van 23 januari 2012 tot 14 maart 2012 is een onderzoek gedaan naar de inhoud van tekstberichten geplaatst door [nickname 1] en [nickname 2] op het [naam forum internetsite 1] (bijlage 22). Door [nickname 1] worden tenminste sinds 2005 regelmatig tutorial berichten geplaatst waarin instructies worden gegeven over onder meer het forum-gebruik en registratie, symboolgebruik, bericht-decryptie, geheimhouding en omgang met de politie na een aanhouding en het downloaden en uitpakken van databestanden. Uit de inhoud van de berichten wordt afgeleid dat [nickname 1] een actieve en regulerende rol heeft binnen het [naam forum internetsite 1] . [nickname 2] gebruikt het symbool ©. Daarnaast geeft [nickname 2] in reply antwoorden op berichten en geeft [nickname 2] instructies aan meerdere gebruikers over het correct gebruik van het forum. [nickname 2] wordt door een gebruiker aangesproken als “ [naam 3] ”. Uit het voorgaande is afgeleid dat [nickname 2] een actieve en regulerende rol heeft als administrator binnen het [naam forum internetsite 1] .
Op 20 en 22 februari 2012 heeft een verbalisant als bezoeker op het forum verschillende URL’s getest (bijlage 23). Daarbij zijn verwijzingen naar kinderpornografisch materiaal aangetroffen (bijlage 24). Een zelfde onderzoek heeft plaatsgevonden in september 2014 (bijlage 34); ook bij die gelegenheid is men op kinderpornografische afbeeldingen gestuit (bijlage 35).
In het kader van het onderzoek is in de periode van 30 oktober 2014 tot en met 13 mei 2015 twaalf maal een back-up gemaakt van de berichten van het forum (bijlage 31).
Uit bijlage 27 waarin onderzoek is gedaan naar het zogenaamde frontend en backend van het forum volgt dat ingelogde administrators over extra mogelijkheden beschikken, zoals het verwijderen van “threads”, het maken van testberichten, het aanmaken van nieuwe “members” (leden), het verwijderen, aanpassen van de status, bepalen van de mate van toegang van de members. Sprake is van 1096 members. Het script “ [naam 2] ” wordt gebruikt als er ingelogd gaat worden of ingelogd is in het forumonderdeel “ [naam 4] ”. Deze URL behoort tot het administratieve deel van de backend van het [naam forum internetsite 1] . Een normale gebruiker (member) van het forum zal geen toegang hebben tot deze URL. Er waren 11 administrators geregistreerd, waaronder [nickname 3] ; deze was voorheen actief als [nickname 2] . Vanaf het administratoraccount zijn er na de datum van 16 januari 2014 berichten op [naam forum internetsite 1] geplaatst door [nickname 2] / [nickname 3] en [nickname 4] (bijlage 33).
Uit een logbestand werden de inloggegevens (gebruikersnamen met bijbehorende wachtwoorden) verkregen. Daarbij bleek dat [nickname 5] ook werd gebruikt door member “ [nickname 5] ”. Voorts bleek dat de logbestanden de wachtwoordhashes (dat wil zeggen: een versleutelde versie van het wachtwoord) van members bevatten. Die hashwaarden konden succesvol worden gekoppeld aan de wachtwoorden van [nickname 6] , [nickname 7] , [nickname 5] , [nickname 3] , [nickname 2] , [nickname 8] , [nickname 9] , [nickname 10] , [nickname 1] , [nickname 11] , [nickname 1] , [nickname 12] . Het is aannemelijk dat deze nicknames zijn gebruikt door één en dezelfde persoon.
Tussenconclusie: Op grond van het voorgaande staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat op het [naam forum internetsite 1] in de tenlastegelegde periode op heimelijke wijze kinderporno wordt gedeeld. Daarbij heeft [nickname 1] een belangrijke actieve en regulerende rol als gebruiker en vervult [nickname 2] de rol van (één van de) beheerders.
Wie heeft de gebruikerssporen op de onder verdachte inbeslaggenomen gegevensdragers veroorzaakt?
De verdachte heeft in zijn verhoor van 28 januari 2015 op de vraag wie er allemaal gebruik maken van de computer van 2010 geantwoord: “Ik.” Hij voegde daar aan toe dat er in theorie iemand kan binnensluipen en dan de computer kan gebruiken, maar dat hij er vanuit gaat dat dit niet het geval is. Over de periode in [plaats 1] hebben de verbalisanten geconstateerd dat de verdachte de enige was die gebruik maakte van de computers. Daarop heeft de verdachte verklaard: “De buurman in [plaats 1] had wel een sleutel. In 2010 stond mijn computer boven, in theorie kon mijn vader achter de computer. Ik denk niet dat hij dat gedaan heeft.” De rechtbank maakt hieruit op dat de verdachte heeft verklaard dat de computer uit 2010 (uitsluitend) door hem werd gebruikt. Over de in 2015 in beslag genomen goederen heeft de verdachte noch bekend, noch ontkend dat hij de gebruiker was.
Eerst bij de inhoudelijke behandeling is de suggestie gewekt dat de inbeslaggenomen en onderzochte gegevensdrager mogelijk door een ander zouden zijn gebruikt, dan wel dat de gebruikerssporen op een andere wijze dan door het handelen van de verdachte op de harde schijven terecht zijn gekomen.
Voor deze alternatieve lezing is echter geen enkel aanknopingspunt of onderbouwing gegeven. De enkele theoretische mogelijkheid dat iemand anders (een insluiper, vader of buurman) de gebruikerssporen heeft achtergelaten, is in dit verband onvoldoende.
Daarbij overweegt de rechtbank nog het volgende.
De gegevensdragers zijn alle onder de verdachte inbeslaggenomen in zijn zolderkamer te [adres] of in zijn woning in [plaats 1] . In zoverre is het voor de hand liggend dat de verdachte deze heeft gebruikt. Voor voornoemde alternatieve lezing is in de onderzoeksresultaten geen enkel aanknopingspunt te vinden. In de diverse onderzochte gegevensdragers zijn privégegevens van de verdachte – en niet van enig ander – aangetroffen. In de harde schijf [beslagnummer 1] (hierna: [beslagnummer 1] ), in beslag genomen in 2010, is onder meer een vrijwaringsbewijs van een auto op naam van de verdachte aangetroffen, een bericht over het verliezen van bagage in een bus ondertekend met de naam van verdachte, rekeningafschriften van de verdachte en ritstaten van de verdachte (die als chauffeur werkzaam is geweest). Op de harde schijf [naam/type/serienummer gegevensdrager 3] , hierna: [naam/type/serienummer gegevensdrager 3] , die in 2015 in beslag genomen is, zijn onder meer aangetroffen e-mailberichten aan “ [emailadres 1] ”, waaronder een bericht met het onderwerp “rijbewijs”, waarbij in de bijlage een kleurenkopie van een rijbewijs van de verdachte werd aangetroffen. Daarnaast werden berichten gevonden over “ [naam 5] ” dat staat voor [naam 5] . Tot slot werd ook een bericht aan [naam 6] aangetroffen, met wie de verdachte (naar hij heeft verklaard in 2002) bevriend was (bijlage 52). Deze persoonlijke gegevens bezien in samenhang met de verklaringen van de verdachte dat hij gebruik maakte van een domeinnaam [naam 7] en dat hij radiografisch bestuurbare auto’s heeft gehad, leiden tot het oordeel dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van in ieder geval de [beslagnummer 1] en de [naam/type/serienummer gegevensdrager 3] .
Ook ten aanzien van de overige gegevensdragers heeft de rechtbank geen reden om aan te nemen dat deze door anderen zijn gebruikt. Daarnaast is naar het oordeel van de rechtbank het door de verdediging geschetste alternatief weinig voor de hand liggend, gelet op de omstandigheid dat gegevens op de computers versleuteld en beveiligd waren. Dat maakt het onaannemelijk dat er sporen van anderen dan van de verdachte – buiten zijn medeweten – op zijn computers terecht zijn gekomen.
Deze feiten en omstandigheden, bezien in onderlinge samenhang, leiden er naar het oordeel van de rechtbank toe dat de het de verdachte is geweest die de veroorzaker is geweest van de (gebruiks)sporen die op de inbeslaggenomen goederen zijn aangetroffen. De – op zichzelf juiste – constatering dat er geen IP-logbestanden zijn aangetroffen, noch andere “harde” bewijzen dat de verdachte onder nicknames heeft ingelogd en berichten heeft geplaatst op het [naam forum internetsite 1] maken dit oordeel niet anders, nu die omstandigheden immers inherent zijn aan het gebruik van het forum.
Tussenconclusie: De verdachte heeft de gebruikerssporen op de inbeslaggenomen goederen veroorzaakt. Het verweer dat dit niet is komen vast te staan, wordt verworpen.
De inhoud van de gebruikerssporen – is de verdachte [nickname 1] en [nickname 2] ?
Vooropgesteld zij dat de verdachte in geen enkel verhoor, noch op enige terechtzitting antwoord heeft willen geven op de vraag of hij [nickname 1] en/of [nickname 2] is. De verdachte zelf heeft hier derhalve geen enkel inzicht in gegeven.
Uit de onderzoeksresultaten blijkt het volgende.
In bijlage 54 is een proces-verbaal opgenomen waarin de gegevens van een harddisk ( [naam/type/serienummer gegevensdrager 3] , hierna: [naam/type/serienummer gegevensdrager 3] ) zijn vergeleken met de tot dan toe beschikbare onderzoeksgegevens. Samengevat en vereenvoudigd weergegeven blijkt uit dit verbaal – bezien in onderlinge samenhang met de overige gegevens uit het dossier – het volgende.
In 2002 heeft de verdachte verklaard dat hij bezoeker was van [naam forum internetsite 1] Public en [naam forum internetsite 1] Underground en dat hij daar kinderporno downloadde.
Op de in 2010 inbeslaggenomen gegevensdrager [beslagnummer 1] is onder meer een tekstbestand “ [bestandsnaam 8] ” aangetroffen. De verdachte heeft verklaard dat hij dit stuk tekst heeft geschreven (verhoor d.d. 28 januari 2015). De rechtbank merkt op dat – anders dan de verbalisanten in het verhoor soms lijken te suggereren – de verdachte niet heeft verklaard dat hij ook de stukken tekst heeft geschreven die direct achter het bestand [bestandsnaam 8] zijn opgenomen: dienaangaande heeft hij zich op zijn zwijgrecht beroepen. In een verhoor op 10 juni 2015 heeft de verdachte geopperd dat in zijn data tekstbestanden kunnen staan met tekst die hij niet heeft geschreven, maar heeft ontvangen (bijvoorbeeld een songtekst). Op de vraag of hij die tekst dan zelf geplakt en opgeslagen moet hebben in een bestand heeft de verdachte met “ja” geantwoord.
In de stukken tekst die achter [bestandsnaam 8] zijn opgenomen is onder meer een bericht dat als aanhef “Hey [nickname 14] ” heeft en is ondertekend met B. De verdachte heeft op de vraag waar [nickname 14] voor staat verklaard dat [nickname 14] staat voor de eerste letter van een voornaam en de eerste letter van een achternaam en dat hij contact met [nickname 14] heeft via e-mail en facebook. Daarnaast heeft de verdachte verklaard dat hij zich op een bepaald moment [nickname 13] is gaan noemen (verhoor d.d. 28 januari 2015). Het vermoeden bestaat dat ‘ [nickname 14] ’ [naam 8] is. In het hiervoor bedoelde bericht aan [nickname 14] is onder meer opgenomen:
“To keep is simple and straight forward, if I do decide to leave this community, though I think I won't have the strength, then I will make it possible for us to build up contact outside this rotten undergound world.
So not as [nickname 14] and [nickname 1]but as A ..... and B...., afterall, once one of us is out of here, things will change significantly.(…)”
[vet toegevoegd door de rechtbank]
Het stuk is ondertekend met ‘B’.
Daarnaast zijn tekstbestanden op de [beslagnummer 1] aangetroffen waarin verschillende details over het persoonlijk leven worden gedeeld die overeenkomen met het privéleven van de verdachte (zoals over het houden van ratten), welke berichten (eveneens) worden ondertekend door ‘B’ (bijlage 15). In het hiervoor geciteerde bericht, zo merkt de rechtbank op, lijkt de schrijver B. zich aan te duiden als [nickname 1] . Ook in een ander bericht meldt de schrijver B. dat hij [nickname 1] wordt genoemd (bijlage 14). Deze omstandigheden tezamen wijzen in de richting dat de verdachte zich heeft bediend van de ondertekening B. en zich kenbaar maakt als [nickname 1] .
Op de HD 3 (in beslag genomen in 2015) werd een tekstbestand “ [bestandsnaam 11] ” aangetroffen, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
“Hey [naam 9] ”
I removed your key (…). When I wanted to import it, it told me a name and a hotmail email adress, connected to the key, which lookes awfully like real ID details ( [emailadres 2] . (…)
[nickname 1] ”
De rechtbank overweegt dat het er gelet op de inhoud van de tekst alle schijn van heeft dat het bericht is gericht aan [naam 8] voornoemd, terwijl het bericht wordt ondertekend door [nickname 1] , een vermoedelijk alias van de verdachte.
Achter de hiervoor genoemde tekst [bestandsnaam 8] zijn in de [beslagnummer 1] voorts teksten aangetroffen waarin allereerst een bericht werd geschreven aan [naam 10] waarin wordt verzocht:
“plz send the following mssg to [nickname 15] when [naam forum internetsite 1] is back. Send is as #K, from #X, thx!”
Dit bericht wordt direct gevolgd door een tekst:
“Hi [nickname 15] , I had to relay this message through anonther [naam 3] as I am away for a little while (…) [nickname 2] .”
Uit de inhoud en de opeenvolging van deze berichten leidt de rechtbank af dat [nickname 2] en [nickname 2] dezelfde persoon zijn. Voorts wordt uit laatstgenoemd bericht afgeleid dat zowel [nickname 2] als [naam 10] (mogelijk als [nickname 4] ) administrators van het [naam forum internetsite 1] zijn (bijlage 15).
Op de harde schijf [beslagnummer 1] zijn tien URL’s aangetroffen die waren voorzien van het woord “ [naam forum internetsite 1] ” en de scriptnaam “ [naam 2] ”. In deze URL’s is een hashwaarde aangetroffen die overeenkomt met die van [nickname 2] en [nickname 1] . Deze scriptnaam geeft, zoals hiervoor reeds vermeld, toegang tot het gedeelte van het [naam forum internetsite 1] dat alleen toegankelijk was voor administrators (bijlage 27). Ook op de bij verdachte inbeslaggenomen harde schijf [nummer harde schijf 1] wordt waargenomen dat [nickname 1] en [nickname 2] hebben ingelogd op het [naam forum internetsite 1] (bijlage 43). De rechtbank heeft ten aanzien van de login-datum 07/02/15 geen enkele reden om te twijfelen aan de opmerking van de verbalisant in het proces-verbaal dat het hier gaat om een Amerikaanse weergave van de datum die naar Nederlandse maatstaven moet worden gelezen als 15 februari 2007. Voor een bewijsuitsluiting van bijlage 43 ziet de rechtbank dan ook geen enkele aanleiding. Op de onder verdachte inbeslaggenomen digitale gegevensdrager [nummer harde schijf 2] wordt waargenomen dat [nickname 1] succesvol heeft ingelogd op het forum (bijlage 48).
Op de [naam/type/serienummer gegevensdrager 3] zijn cache-bestanden aangetroffen met daarin schermafdrukken van benaderde pagina’s van het [naam forum internetsite 1] waarop onder meer door [nickname 1] en [nickname 2] gelijktijdig was ingelogd. [nickname 1] heeft daarbij een “full-member status” en [nickname 2] een “Administrator status”. Voorts werd een tekstbestand aangetroffen waarin [nickname 1] laat weten dat dit zijn “main nick” betreft en “in the many years I have been in this community, I have had countless nicks” (bijlage 54).
In de [naam/type/serienummer gegevensdrager 3] is voorts een tekstbestand aangetroffen van een chatsessie tussen #X en #D, genaamd “ [bestandsnaam 12] ”. In dit bestand wordt #X gevraagd om “full [naam 3] ” te worden. #X antwoordt dat hij dit aanbod aanvaardt en dat hij als [nickname 1] voor zijn pauze hoog op de ladder stond. In een chatsessie “ [bestandsnaam 13] ” deelt #X aan #D mede dat hij definitief akkoord gaat met het voorstel. #X noemt zich hierin ook [nickname 1] . Voorts zijn er tekstbestanden aangetroffen die duiden op digitaal technische aspecten omtrent het beheer van de internetsite [naam forum internetsite 1] (bijlage 54).
Uit het aantreffen van de hiervoor genoemde gebruikerssporen leidt de rechtbank op grond van het volgende af dat het de verdachte is geweest die gebruik heeft gemaakt van de hiervoor genoemde nicknames, waaronder die van [nickname 1] en van [nickname 2] .
De sporen worden aangetroffen op gegevensdragers die in de woonruimte van de verdachte in beslag zijn genomen; de rechtbank gaat er vanuit dat het de verdachte is geweest die deze sporen heeft achtergelaten. Uit de inhoud van die sporen volgt dat onder de namen [nickname 1] en [nickname 2] wordt ingelogd op het [naam forum internetsite 1] , ook op het beheerdersgedeelte, en dat er chatberichten met anderen worden gevoerd die worden ondertekend met de namen [nickname 1] en [nickname 2] . De inhoud van die berichten (“not as [nickname 14] and [nickname 1] , but as A and B”) wijst in de richting van de verdachte. De mededeling van “#X” dat hij “als [nickname 1] voor zijn pauze hoog op de ladder stond” zou goed kunnen duiden op de detentie die de verdachte heeft ondergaan. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat de hashwaarden bij deze gebruikers gelijk zijn en daarom vermoedelijk één persoon betreffen. Ook die hiervoor opgenomen berichten rechtvaardigen de conclusie dat [nickname 1] en [nickname 2] één en dezelfde persoon zijn (#X aanvaard als [nickname 1] om full [naam 3] te worden). Dit alles tezamen levert het wettig en overtuigend bewijs op dat het de verdachte is geweest die zich van de namen [nickname 1] en [nickname 2] heeft bediend. Tot slot merkt de rechtbank op dat uit bijlagen 32 en 33 blijkt dat na de aanhouding van de verdachte in het kader van het onderzoek [dossier-naam] geen activiteit van de betreffende accounts meer is waargenomen. Dit sterkt de rechtbank in de overtuiging dat de verdachte dezelfde was als [nickname 1] en [nickname 2] .
5.3.3.
Conclusie
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de verdachte actief is geweest op het [naam forum internetsite 1] onder de nicknames [nickname 1] en [nickname 2] , als gebruiker en administrator(beheerder). Middels dit forum werden gedurende de gehele tenlastegelegde periode kinderpornografische afbeeldingen aangeboden en verspreid. De verdachte heeft daarin als medepleger een aandeel gehad, nu hij als beheerder ( [nickname 2] ) en als faciliterende gebruiker ( [nickname 1] ) samen met anderen daaraan een wezenlijke bijdrage heeft geleverd, gelet op het doel en de wijze waarop dit forum opereerde.
Het verweer van de raadsvrouw dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de ten laste gelegde gegevensdrager [naam/type/serienummer gegevensdrager 4] bevattende bestandsnamen ‘ [bestandsnaam 4] en [bestandsnaam 5] en [bestandsnaam 6] en [bestandsnaam 7] ’, slaagt. Uit het dossier blijkt immers niet dat in deze bestanden kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen. Het dossier vermeldt slechts dat deze bestanden internetadressen bevatten waar vermoedelijk afbeeldingen van baby’s/kinder- en/of dierenpornografische afbeeldingen konden worden bekeken.
De overige verweren betreffende feit 1 worden verworpen.
5.4.
Feit 2
Op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat de verdachte de ten laste gelegde gegevensdragers die kinderpornografische afbeeldingen / kinderpornografische afbeeldingen bevatten, opzettelijk en bewust in zijn bezit heeft gehad in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. Gezien de bewezenverklaarde periode en de hoeveelheid kinderpornografisch materiaal die bij de verdachte is aangetroffen, acht de rechtbank ook bewezen dat de verdachte hier een gewoonte van heeft gemaakt.
Het verweer van de raadsvrouw dat uit de tenlastelegging en het dossier niet kan worden opgemaakt waarom deze afbeeldingen als kinderpornografisch zijn gekwalificeerd, vindt zijn weerlegging in de bewijsmiddelen en wordt aldus verworpen. In aanvulling hierop overweegt de rechtbank dat de door de raadsvrouw genoemde foutieve bestandsnaam" [bestandsnaam 14] ” als een kennelijke verschrijving moet worden aangemerkt en verbeterd wordt gelezen.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de ten laste gelegde DVD’s [nummer harde schijf 2] , [naam/type/serienummer gegevensdrager 1] , [naam/type/serienummer gegevensdrager 3] , [nummer harde schijf 1] en [nummer harde schijf 1] -20-06-2010.tib. Niet in geschil is namelijk dat deze gegevensdragers ten onrechte als DVD’s zijn aangemerkt.
5.5.
Feit 3
5.5.1.
Standpunt verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van dit feit. Zij voert hiertoe aan dat niet kan worden gesproken van bezit van de afbeeldingen, nu niet kan worden vastgesteld of de verdachte toegang had tot deze afbeeldingen. Daarnaast stelt de raadsvrouw dat noch de ten laste gelegde periode, noch de pleegplaats Nederland kan worden bewezen.
5.5.2.
Beoordeling
De rechtbank overweegt het volgende.
Gezien de tenlastelegging onder feit 3 wordt de verdachte verweten: het bezit van dierenpornografische afbeeldingen op de harde schijf, merk [merknaam 1] met beslagcode [beslagnummer 3] .
De dierenpornografische afbeeldingen zijn op deze schijf aangetroffen in de zogenaamde unallocated clusters. De unallocated clusters bevatten bestanden die de gebruiker van een computer op enig moment heeft gewist. Deze bestanden zijn niet te benaderen met het besturingssysteem van een computer en dus voor de gebruiker van die computer c.q. harde schijf niet zichtbaar. Dergelijke bestanden kunnen slechts zichtbaar worden gemaakt met specialistische software.
Voordat de bestanden in de unallocated clusters werden geplaatst, hebben deze bestanden op een wél toegankelijke plaats gestaan. De verdachte, als gebruiker van de voornoemde harde schijf merk [merknaam 1] , is immers in de gelegenheid geweest de bestanden te wissen. De verdachte heeft dan ook de afbeeldingen die zijn aangetroffen in de unallocated clusters van deze harde schijf in zijn bezit gehad in de strikte betekenis van dat woord.
Van (opzettelijk) bezit in de zin van artikel 254a van het Wetboek van Strafrecht is echter geen sprake indien deze afbeeldingen abusievelijk zijn gedownload, dan wel anderszins op de harde schijf zijn geplaatst, en aanstonds na het ontdekken daarvan door de verdachte zijn gewist. Het dossier biedt geen duidelijkheid met betrekking tot de vraag hoeveel tijd heeft gezeten tussen de binnenkomst van de bestanden en het verwijderen daarvan. Gezien de geringe hoeveelheid dierenpornografische afbeeldingen die is aangetroffen en omdat uit het dossier niet blijkt dat de verdachte actief op zoek is geweest naar dierenpornografie of daar anderszins actief bemoeienis mee heeft gehad, legt de rechtbank deze onduidelijkheid uit in het voordeel van de verdachte. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat de verdachte de betreffende afbeeldingen direct heeft verwijderd. Voorts is niet gebleken dat de verdachte beschikte over de benodigde software om de bestanden uit de unallocated clusters zichtbaar te kunnen maken.
5.5.3.
Conclusie
De rechtbank acht het bezit in de zin van artikel 254a van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot de ten laste gelegde (gegevensdrager bevattende) dierenpornografische bestanden niet bewezen, zodat in zoverre vrijspraak dient te volgen.
5.6.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de recht¬bank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandig¬heden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan op die wijze dat:
1.
Hij op meer tijdstippen
In de periode van 1 januari 2005 tot en met 20 januari 2015
te [adres] (gemeente [naam gemeente] ) en in het [land] , tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens
(A)
in de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009
afbeeldingen, te weten foto's heeft verspreid en openlijk tentoongesteld
en
(B)
en of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 20 januari 2015
afbeeldingen, te weten foto's heeft verspreid en aangeboden en openlijk tentoongesteld en
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen zakelijk weergegeven bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en)
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en), te weten een pistool en/of een ijsblokje en/of een kiem en/of een kaars en/of de mond/tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong)
en
het door een dier oraal penetreren van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt likken en/of in de mond nemen en/of betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in (een) (erotisch getinte) houding en/of (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen, en/of waarbij nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of billen in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
immers plaatste hij, verdachte, of zijn mededaders op het internetforum [naam forum internetsite 2]
in de periode van 1 januari 2012 tot en met 19 februari 2012
de bestand en bijlage 24 en fotomap bijlage 2) genaamd: " [bestandsnaam 6] " (bijlage 2 onder 1) en " [bestandsnaam 14] " (bijlage 2 onder 2) en " [bestandsnaam 7] "
(bijlage 2 onder 3) en
" [bestandsnaam 15] "
(bijlage 2 onder 4) en
" [bestandsnaam 16] "
(bijlage 2 onder 5) en
" [bestandsnaam 17] " (bijlage 2 onder 6) en " [bestandsnaam 18] " (bijlage 2 onder 7) en
" [bestandsnaam 19] ' (bijlage 2 onder 8) en " [bestandsnaam 20] " (bijlage 2 onder 9) en " [bestandsnaam 21] " (bijlage 2 onder 10) en " [bestandsnaam 22] " (bijlage 2 onder 11)
en
in de periode van 12 september 2014 tot en met 14 september 2014 bestanden, genaamd
- " [bestandsnaam 23] ", verwijzend naar
[bestandsnaam 24] en verwijzend naar bestand (preview) met de naam “ [bestandsnaam 25] ”
en
- een een bericht aangeduid als " [naam bericht]
" en verwijzend naar
(bijlage 35 B01-468 en B01-00022 en bijlage 34 B01-0465, 473, 474 en fotomap bijlage 3):
het bestand [bestandsnaam 26]
en de afbeeldingen en de bestanden genaamd:
[bestandsnaam 27] en
[bestandsnaam 28] en
[bestandsnaam 29] en
[bestandsnaam 30] en
[bestandsnaam 31] en
[bestandsnaam 32] en
[bestandsnaam 33] en
[bestandsnaam 34] en
[bestandsnaam 35] .
en
op of omstreeks 1 april 2013
- een verwijzing/link naar een bestand genaamd [bestandsnaam 36] (bijlage 38 B01-485 + fotomap bijlage 4) stuurde hij, verdachte op of omstreeks 25 augustus 2014
de bestanden) genaamd
[bestandsnaam 1] en
[bestandsnaam 2] . en/ [bestandsnaam 21] .
(aanvulling eindpv p [proces-verbaalnummers] )
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
2.
Hij op meer tijdstippen
in de periode van 1 januari 2005 tot en met 20 januari 2015
te [adres] (gemeente [naam gemeente] ) en in het [land]
meermalen, telkens
(A)
in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009 afbeeldingen, te weten foto's in bezit heeft gehad
en
(B)
in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 20 januari 2015
afbeeldingen, te weten foto's
en gegevensdragers bevattende afbeeldingen
te weten
een harde schijf, merk [merknaam 2] (bijlage 52 + 57) ( [naam/type/serienummer gegevensdrager 3] ) (fotomap bijlage 7) en
een harde schijf [merknaam 3] ( [nummer harde schijf 2] ) (bijlage 51) (p B01-0803 en fotomap bijlage 5) en
een I-phone [naam/type/serienummer gegevensdrager 1] (aanv eindpv bijlage 10 BO1 1185 ev) en meerdere dvd's [naam/type/serienummer gegevensdrager 2] (aanv eindpv bijlage 6 p 801 1116, 1117ev, 801 11260 ev) in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen zakelijk weergegeven bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en))
te weten [bestandsnaam 18] en [bestandsnaam 19] (fotomap bijlage 7, 801-985 ev, 801-0992 ev) en
Bestand [bestandsnaam 21] (P 801-0350 + fotomap bijlage 1 (op [merknaam 3] 500 GB uit computer 2010)) en
Bestand [bestandsnaam 23] (aanv eindpv p B01 1055) [bestandsnaam 6] (aanv eindpv p 801 1120)
en
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en), te weten een pistool en/of een ijsblokje en/of een klem en/of een kaars en/of de mond/tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong)
te weten [bestandsnaam 13] (p 801-0985 en 0992 en fotomap bijlage 7) en
[bestandsnaam 14] (aanv eindpv p 801 1056)
sectors [bestandsnaam 15] (aanv eindpv 801 1121)
en
het door een dier oraal penetreren van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt likken en/of in de mond nemen en/of betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier
te weten [bestandsnaam 15] (B01-985 en 0992 en fotomap bijlage 7)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt,
waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en)
(op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
te weten [bestandsnaam 17] (801-985 en 0992 collectiescan van ACDSee 5.0 en fotomap bijlage 7) en
[bestandsnaam 18] (aanv eindpv p B01 1057) en [bestandsnaam 19] (aanv eindpv 801 1267)
en
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is) te weten [bestandsnaam 20] ,
en [bestandsnaam 21] , (p B01-0985 en 0992 collectiescan van ACDSee 5.0 en fotomap bijlage 7) en [bestandsnaam 22] (aanv eindpv pB01 1057)
en
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in (een) (erotisch getinte) houding en/of (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen, en/of waarbij nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of billen in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
te weten [bestandsnaam 30] (p 801-0803 en fotomap bijlage 5) en
[bestandsnaam 31] (p 801-0803 en fotomap bijlage 5) en
[bestandsnaam 32] (p B01-0803 en fotomap bijlage 5) en
[bestandsnaam 33] (p B01-0803 en fotomap bijlage 5)
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

6.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1. Het medeplegen van: een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, openlijk tentoonstellen, zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van het misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
2. Een afbeelding of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding, van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in het bezit hebben, meermalen gepleegd, terwijl van het plegen van het misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Omtrent de strafbaarheid van de verdachte overweegt de rechtbank als volgt.
De deskundigen van het [naam instelling] , [naam 11] , psychiater en [naam 12] ,
psycholoog, hebben in samenwerking met een forensisch milieuonderzoeker en een groepsleider, een onderzoek ingesteld naar de geestvermogens van de verdachte.
In hun rapport van 10 maart 2017 komen de psychiater en de psycholoog tot de volgende conclusie:
De verdachte heeft zijn medewerking aan het onderzoek standvastig geweigerd. Op grond van de zeer beperkte observatiegegevens, de eveneens zeer beperkte en afgehouden onderzoekscontacten en het tot het dossier beperkte milieuonderzoek kunnen er geen diagnostische conclusies worden getrokken. Met name op het gebied van de persoonlijkheid en een mogelijke aanwezigheid van een contactstoornis zijn er veel onduidelijkheden. De verdachte lijkt niet te lijden aan ernstige psychiatrische problematiek in de zin van een psychotische stoornis of een andere stoornis waarbij het gedrag ernstig is ontregeld.
Hij heeft zichzelf binnen het [naam instelling] goed in de hand en zijn realiteitstoetsing is intact. Ook zijn de intellectuele vermogens van tenminste gemiddeld niveau. In het contact wordt de verdachte ervaren als sterk normaliserend, detailgericht en rationeel. Zijn taalgebruik doet enigszins formeel aan. Gezien zijn weigering om medewerking te verlenen aan het onderzoek kan dit niet gedragskundig nader worden geïnterpreteerd.
Gezien de eerdere veroordeling van de verdachte voor het bezit van kinderporno en de uitspraken die hij in de verhoren destijds heeft gedaan over zijn seksuele interesse is een pedofiele geaardheid aannemelijk. Hiermee is er feitelijk nog weinig gezegd over zijn seksualiteit, hoe hij deze beleeft, wat zijn behoeften zijn en in hoeverre hij hier sturing over heeft. Er kon niet worden onderzocht of er sprake is van een exclusieve gerichtheid op kinderen. Ook is onduidelijk wat precies zijn verdere seksuele wensen en behoeften zijn, en of er bijvoorbeeld sprake is van een (bijkomende) parafilie zoals seksueel sadisme. Verder is onduidelijk wat de kracht van de seksuele drang is en hoe zijn controlemechanismen zijn om deze te reguleren.
Ook is er geen zicht verkregen op de persoonlijkheid van de verdachte en op mogelijke pathologische beperkingen op dit vlak om met zijn geaardheid om te gaan. Ook kon niet worden onderzocht of de verdachte zijn seksualiteit en zijn seksuele identiteit mogelijk nog inzet om andere, niet-seksuele, behoeften te vervullen. Naar eventuele cognitieve distorsies kon ook geen onderzoek worden gedaan. Door het nagenoeg ontbreken van eigen onderzoek kan bij de verdachte geen stoornis worden vastgesteld die in verband zou kunnen staan met de ten laste gelegde feiten, indien bewezen, maar een dergelijke stoornis kan ook niet worden uitgesloten.
Gezien het nagenoeg ontbreken van een gedragskundig onderzoek kunnen er verder geen diagnostische conclusies worden getrokken en kan er vanuit gedragskundig oogpunt ook geen uitspraak worden gedaan over de kans op herhaling van soortgelijke feiten als thans ten laste gelegd.
Nu noch uit het rapport van het [naam instelling] , noch uit eerdere omtrent de persoon van de verdachte opgemaakte rapportages is komen vast te staan of en in hoeverre een psychiatrische stoornis van invloed is geweest op het plegen van de bewezenverklaarde feiten, moet de rechtbank ervan uitgaan dat de verdachte ten tijde van het plegen van die strafbare feiten volledig toerekeningsvatbaar was.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.

8.Motivering straf

8.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte worden opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
8.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
Op de gegevensdragers die onder de verdachte in beslag zijn genomen, zijn zeer grote hoeveelheden kinderpornografisch materiaal aangetroffen. Op basis van het onderzoek kan worden gesteld dat de verdachte in het bezit was van ruim 200.000 kinderpornografische afbeeldingen.
Onder de aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen bevonden zich veel afbeeldingen van meisjes jonger dan twaalf jaar, waaronder babies en peuters, ook met penetratie.
Daarnaast faciliteerde de verdachte vanaf medio 2005 tot zijn aanhouding in 2015 samen met anderen het verspreiden en het bezit van kinderpornografisch materiaal via een zeer omvangrijk internetforum, waarbinnen de verdachte eerst als lid en later als volledig beheerder actief was. Op dit internetforum waren kinderpornografische afbeeldingen te zien, waaronder beelden van gewelddadig seksueel misbruik van zeer jonge meisjes, peuters en babies. Daarnaast werd er op dit internetforum informatie uitgewisseld over het seksueel misbruiken van kinderen en werden er linkjes/verwijzingen gedeeld naar andere locaties op het internet met kinderporno.
De verdachte speelde bij het in stand houden van dit omvangrijke internetforum een voorname rol. Hij faciliteerde een versleutelde gegevensuitwisseling via het internet, waardoor de inhoud van het internetforum onzichtbaar bleef en slechts met wachtwoorden kon worden ontsloten. Daarnaast gaf hij tips en trucs over hoe uit handen van de politie te blijven.
Verder was de verdachte op nog vier andere kinderpornografische chatfora actief.
Bij de productie van kinderpornografisch materiaal worden (veelal ook zeer jonge)
kinderen op brute, vèrgaande en aangrijpende wijze seksueel misbruikt door
volwassenen. Het behoeft geen betoog dat dergelijk misbruik zeer nadelige gevolgen
heeft voor de desbetreffende kinderen, met blijvende psychische en/of lichamelijke schade als gevolg. De verdachte heeft door zijn handelen een enorme bijdrage geleverd aan de instandhouding van een markt waarop dergelijk verwerpelijk materiaal wordt aangeboden.
De recht¬bank heeft gekeken naar een uittreksel uit de justitiële documentatie van 27 februari 2017, waaruit blijkt dat de verdachte in 2002 is veroordeeld voor het medeplegen van een gewoonte maken van onder meer het verspreiden van kinderporno in de periode van 1 januari 1999 tot en met 11 juni 2002.
8.3.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de recht¬bank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Straf
Gezien de ernst van het feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Redelijke termijn
Bij de berechting van een zaak, waarbij geen sprake is van bijzondere omstandigheden en de verdachte is gedetineerd, heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak op de terechtzitting met een eindvonnis moet zijn afgerond binnen 16 maanden na aanvang van de redelijke termijn. De redelijke termijn vangt aan op het moment dat een verdachte in redelijkheid de verwachting kan hebben dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. De inverzekeringstelling van een verdachte kan als een zodanige handeling worden aangemerkt. De verdachte is in de onderhavige zaak op 28 januari 2015 in verzekering gesteld. Op deze datum is de redelijke termijn derhalve aangevangen.
Tussen 28 januari 2015 en de datum van het eindvonnis ligt een periode van 2 jaar en 2 maanden. Nu in deze zaak, zoals hiervoor is overwogen, wordt uitgegaan van een redelijke termijn van 16 maanden, is in de onderhavige zaak de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) overschreden met 10 maanden.
Het onderzoek in deze zaak is complex en tijdrovend geweest, met name vanwege de grote hoeveelheid gegevensdragers die diende te worden onderzocht en de versleuteling daarvan. De overschrijding van de redelijke termijn dient tot aan het tussenvonnis dan ook niet te leiden tot een vermindering van de straf.
De overschrijding na het wijzen van het tussenvonnis op 7 juli 2016 is veroorzaakt doordat de rechtbank een nader onderzoek naar de geestvermogens van de verdachte in het [naam instelling] noodzakelijk achtte en dit – ongelukkigerwijs – niet eerder gedurende het onderzoek had plaatsgevonden.
De overschrijding van de redelijke termijn die gelegen is na het tussenvonnis van 7 juli 2016 moet worden gecompenseerd door vermindering van de op te leggen straf met 8 %.
In het geval de redelijke termijn niet zou zijn overschreden, zou de rechtbank een gevangenisstraf hebben opgelegd voor de duur van 5 jaar. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de verdachte een gevangenisstraf opleggen van 4 jaar en 7 maanden.

9.In beslag genomen voorwerpen

9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van de in beslag genomen goederen twee soorten beslissingen gevorderd, te weten ofwel “retourneren aan de verdachte”, ofwel “onttrekking aan het verkeer”. De officier van justitie heeft op de terechtzitting van 17 maart 2017 een “Lijst van inbeslaggenomen voorwerpen” overgelegd, waarop zij haar vorderingen ten aanzien van de in beslag genomen goederen heeft vermeld.
9.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om het beslag ten aanzien van de hierna genoemde goederen op te heffen en te gelasten dat die goederen aan de verdachte worden teruggegeven. Het betreft de volgende goederen:
• Digitale videocamera tevens dashboardcamera (pagina B01 0499);
• Geheugenkaart uit spiegelreflexcamera EOS60D (pagina B01 0501);
• Dvd’s met foto’s (pagina B01 0503 en 0511);
• Digitale fotocamera Fujifilm met twee geheugenkaarten (pagina B01 0507);
• Analoge videocamera inclusief banden (pagina B01 0510);
• Nightwatcher met bij behorende USB-stick (pagina B01 0510);
• Apple IPhone (pagina B01 0515);
• Pebble Smart Watch (beslag bureau [plaats 1] ).
9.3.
Beoordeling
De rechtbank volgt de officier van justitie in haar onderverdeling van de in beslag genomen goederen en beslist conform haar vordering dienaangaande.
De in de bijlage bij dit vonnis opgenomen goederen waarbij is vermeld dat zij dienen te worden onttrokken aan het verkeer, zullen worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet of het algemeen belang. Bovendien zijn de feiten met behulp van een groot deel van deze voorwerpen begaan.
Ten aanzien van de in de bijlage bij dit vonnis opgenomen goederen waarbij is vermeld dat ze terug mogen naar de verdachte, zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.
Van de goederen ten aanzien waarvan de verdediging heeft verzocht om teruggave aan de verdachte, zijn uitsluitend de dvd’s met foto’s onder nummer 33 t/m 124 en de Apple IPhone onder nummer 15 vermeld op de beslaglijst die de officier van justitie heeft overgelegd. De rechtbank heeft hierover beslist als hiervoor is overwogen.
Ten aanzien van de overige door de verdediging genoemde goederen kan de rechtbank binnen deze procedure geen beslissing nemen, omdat die goederen niet zijn vermeld op de beslaglijst die de officier van justitie heeft overgelegd en die als bijlage bij dit vonnis is gevoegd.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36b, 36c, 36d, 57, 240b en 248 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit tussenvonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit tussenvonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar en 7 maanden;
verklaart onttrokken aan het verkeer de in de bijlage bij dit vonnis opgenomen goederen waarbij vermeld staat ‘OAHV’;
gelast de teruggaven aan de verdachte van de in de bijlage bij dit vonnis opgenomen goederen waarbij vermeld staat ‘mag terug’;’
beveelt dat de tijd die door de veroordeeld voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E.M. Havik, voorzitter,
mr. D.L. Spierings en mr. B.M.R.M. Edelhauser-Vlijmen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.C. Fraaij, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 31 maart 2017.
De jongste rechter en de griffier zijn niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde nader omschreven tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij
op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 20 januari 2015
te [adres] (gemeente [naam gemeente] ) in elk geval in Nederland, en/of in het Verenigd Koninkrijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal (telkens)
(A)
(in de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009)
afbeelding(en), te weten (een) foto('s) en/of (een) video(‘s) en/of (een) film(s)
heeft verspreid en/of
openlijk tentoongesteld en/of
en/of
(B)
(in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 20 januari 2015)
afbeeldingen, te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een) film(s)
heeft verspreid en/of
aangeboden en/of
openlijk tentoongesteld en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en))
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en), te weten een pistool en/of een ijsblokje en/of een kiem en/of een kaars en/of de mond/tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong)
en/of
het door een dier oraal penetreren van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt likken en/of in de mond nemen en/of betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in (een) (erotisch getinte) houding en/of (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen, en/of waarbij nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of billen in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
immers plaatste hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (op het internetforum [naam forum internetsite 2] )
(in of omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 19 februari 2012)
- ( een) verwijzing(en)/link(s)s/url(s)naar die afbeeldingen en/of die bestanden en/of
- de/een bestand(en) (bijlage 23 B01-380, 393, 391 en fotomap bijlage 2) genaamd: " [bestandsnaam 1] " (bijlage 2 onder 1) en/of [bestandsnaam 2] " (bijlage 2 onder 2) en/of " [bestandsnaam 3] "
(bijlage 2 onder 3) en/of
" [bestandsnaam 4] "
(bijlage 2 onder 4) en/of
" [bestandsnaam 5] "
(bijlage 2 onder 5) en/of
" [bestandsnaam 6] " (bijlage 2 onder 6) en/of " [bestandsnaam 7] " (bijlage 2 onder 7) en/of
" [bestandsnaam 8] ' (bijlage 2 onder 8) en/of " [bestandsnaam 9] " (bijlage 2 onder 9) en/of " [bestandsnaam 11] " (bijlage 2 onder 10) en/of " [bestandsnaam 12] " (bijlage 2 onder 11)
en/of
(in of omstreeks de periode van 12 september 2014 tot en met 14 september 2014) (een) bestand(en), genaamd
- " [bestandsnaam 14] ", verwijzend naar
[bestandsnaam 15] en/of verwijzend naar bestand (preview) met de naam “ [bestandsnaam 16] ”
en/of
- een bestand en/of een bericht aangeduid als " [bestandsnaam 20] )
Picture sets in three archives , [naam 13] " en/of (,verwijzend naar
(bijlage 35 B01-468 en B01-00022 en bijlage 34 B01-0465, 473, 474 en fotomap bijlage 3):
(het bestand) [bestandsnaam 31]
en/of de/het afbeelding(en) en/of de/het bestand(en) genaamd:
[bestandsnaam 32] en/of
[bestandsnaam 33] en/of
[bestandsnaam 34] en/of
[bestandsnaam 35] en/of
[bestandsnaam 37] en/of
[bestandsnaam 38] en/of
[bestandsnaam 39] en/of
[bestandsnaam 40] en/of
[bestandsnaam 41] .
en/of
(op of omstreeks 1 april 2013)
- ( een verwijzing/link naar) een bestand genaamd [bestandsnaam 42] (bijlage 38 B01-485 + fotomap bijlage 4)
en/of
beschikte hij, verdachte, over internetlinks op de gegevensdrager [nummer harde schijf 2] in txt bestanden, althans de bestandsnamen [bestandsnaam 4] en/of [bestandsnaam 5] en/of [bestandsnaam 6] en/of [bestandsnaam 7] , (bijlage 49 B01.0771)
en/of
stuurde hij, verdachte (op of omstreeks 25 augustus 2014)
de/het bestand(en) genaamd
[bestandsnaam 1] en/of
[bestandsnaam 2] . en/of
[bestandsnaam 43] .
(aanvulling eindpv p B01 1187,pv [proces-verbaalnummer 1] en p B01 1129 pv [proces-verbaalnummer 2] )
van welk misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij
op een of meer tijdstippen
in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 20 januari 2015
te [adres] (gemeente [naam gemeente] ) in elk geval in Nederland, en/of in het Verenigd Koninkrijk
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens)
(A)
(in of omstreeks de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009)
afbeeldingen, te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een) film(s)
in bezit heeft gehad
en/of
(B)
(in of omstreeks de periode van 1 januari 2010 tot en met 20 januari 2015)
afbeeldingen, te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een) film(s)
- en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en)
te weten
een harde schijf, merk [merknaam 2] (bijlage 52 + 57) ( [naam/type/serienummer gegevensdrager 3] ) (fotomap bijlage 7) en/of
een harde schijf [merknaam 3] ( [nummer harde schijf 2] ) (bijlage 51) (p B01-0803 en fotomap bijlage 5) en/of
een harde schijf [merknaam 3] , ( [naam/type/serienummer gegevensdrager 1] ) (bijlage 41) (p 801 500, en bijiage 2 p 801 1051, 1055-1057aanv eindpv) en/of
een harde schijf [merknaam 1] ( [naam/type/serienummer gegevensdrager 2] ) [nummer harde schijf 1] (p B01 508, p 801 1039, 1048 aanv eindpv) en/of
een I-phone [naam/type/serienummer gegevensdrager 4] (aanv eindpv bijlage 10 BO1 1185 ev) en/of
meerdere althans een dvd('s) ( [nummer harde schijf 2] , [naam dvd 1] , [naam dvd 2] , [nummer harde schijf 1] , [nummer harde schijf 1] - [naam dvd 3] , [naam dvd 4] ) (aanv eindpv bijlage 6 p 801 1116, 1117ev, 801 11260 ev))
heeft vervaardigd en/of
ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en))
te weten [bestandsnaam 11] en/of [bestandsnaam 12] en/of [bestandsnaam 13] (fotomap bijlage 7, 801-985 ev, 801-0992 ev) en/of
Bestand [bestandsnaam 14] (P 801-0350 + fotomap bijlage 1 (op [merknaam 3] 500 GB uit computer 2010)) en/of
[bestandsnaam 15] (aanv eindpv p B01 1055) [bestandsnaam 17] (aanv eindpv p 801 1120)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en), te weten een pistool en/of een ijsblokje en/of een klem en/of een kaars en/of de mond/tong)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong)
te weten [bestandsnaam 23] (p 801-0985 en 0992 en fotomap bijlage 7) en/of [bestandsnaam 24] (aanv eindpv p 801 1056)
[bestandsnaam 25] (aanv eindpv 801 1121)
en/of
het door een dier oraal penetreren van het lichaam van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het door een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt likken en/of in de mond nemen en/of betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier
te weten [bestandsnaam 30] (B01-985 en 0992 en fotomap bijlage 7)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt,
waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en)
(op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen
en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen
en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
te weten [bestandsnaam 40] ) en/of
[bestandsnaam 41] (aanv eindpv p B01 1057) en/of
[bestandsnaam 42] (aanv eindpv 801 1267)
en/of
het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt (terwijl op dat gezicht/lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is)
te weten [bestandsnaam 41] ,
en/of [bestandsnaam 42] , (p B01-0985 en 0992 collectiescan van ACDSee 5.0 en fotomap bijlage 7)
en/of [bestandsnaam 43] (aanv eindpv pB01 1057)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in (een) (erotisch getinte) houding en/of (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen, en/of waarbij nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of billen in beeld gebracht worden,
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
te weten [bestandsnaam 40] (p 801-0803 en fotomap bijlage 5) en/of
[bestandsnaam 41] (p 801-0803 en fotomap bijlage 5) en/of
[bestandsnaam 42] (p B01-0803 en fotomap bijlage 5) en/of
[bestandsnaam 43] (p B01-0803 en fotomap bijlage 5)
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij
op een of meer tijdstippen
in of omstreeks de periode van 1 juli 2010 tot en met 20 januari 2015
te [adres] , in elk geval in Nederland, en/of Engeland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
afbeeldingen, te weten (een) foto('s) en/of (een) video('s) en/of (een) film(s)
- en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en),
te weten een harde schijf, merk [merknaam 1] ( [naam/type/serienummer gegevensdrager 4] ) (p B01-0543 en fotomap bijlage 8)
in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) waarbij een mens en een dier betrokken zijn of schijnbaar is/zijn betrokken,
welke voornoemde ontuchtige handeling(en) - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het door man vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een dier, te weten een hond en/of
- het door een man, likken van de geslachtsdelen van een dier, te weten een hond.