ECLI:NL:RBROT:2017:2371
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- M.G.L. de Vette
- J.F. Koekebakker
- L.E.M. Wilbers-Taselaar
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van de kantonrechter in civiele procedure
In deze zaak heeft verzoeker op 23 februari 2017 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. A.J.L.M. van der Wildt, kantonrechter in de rechtbank Rotterdam. Verzoeker stelde dat hij geen geloof meer had in de onpartijdigheid van de kantonrechter, omdat deze tijdens de comparitie van partijen op 18 oktober 2016 niet de gelegenheid had gegeven om te reageren op een mededeling van de zijde van de eiseres over het niet tot stand komen van een schikking. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker het wrakingsverzoek niet tijdig heeft ingediend, aangezien hij dit pas enkele maanden na de comparitie deed, terwijl hij eerder op de hoogte had kunnen zijn van de feiten die aan het verzoek ten grondslag lagen. De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker had moeten reageren binnen enkele dagen na de comparitie, en dat de termijn voor het indienen van het verzoek ruimschoots was overschreden. De rechtbank verklaarde verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer voor wrakingszaken en uitgesproken op 21 maart 2017.