ECLI:NL:RBROT:2017:2370
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- A.A. Kalk
- J.A.M.J. Janssen Timmermans
- I.K. Rapmund
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in strafzaak tegen verzoeker
Op 17 februari 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door de raadsman van de verzoeker, die momenteel verblijft in een penitentiaire inrichting. Het verzoek was gericht tegen mr. D.C.J. Peeck, de rechter-commissaris die belast was met de behandeling van de strafzaak tegen de verzoeker. De wrakingskamer oordeelde dat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor een vooringenomenheid van de rechter-commissaris. De verzoeker had aangevoerd dat hij niet tijdig op de hoogte was gesteld van de geplande getuigenverhoren op 11 januari 2017, maar de wrakingskamer concludeerde dat de raadsman op meerdere momenten op de hoogte was gesteld van deze planning. De rechter-commissaris had de getuigenverhoren voortgezet ondanks het wrakingsverzoek, wat volgens de wrakingskamer niet onbegrijpelijk was. De beslissing van de rechtbank benadrukt het belang van de onpartijdigheid van de rechter en de noodzaak om uitzonderlijke omstandigheden aan te tonen voor een wrakingsverzoek. Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en afgewezen.