Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord, tevens houdende eis in reconventie
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de akte eisvermeerdering in reconventie
- de overgelegde producties
- het proces-verbaal van comparitie van 10 februari 2017.
2.De feiten
- [gedaagde] treedt op als schriftelijk gevolmachtigde van de verkopers,
- de koopsom van de woning is € 452.500,-,
- betaling vindt plaats middels 3-partijenverrekening: koper Proviswa heeft een vordering op Vakbouw 8, welke wordt gecedeerd aan [makelaar 1] en [makelaar 2] en vervolgens verrekend met de vordering van Vakbouw 8 op [makelaar 1] en [makelaar 2] uit hoofde van de Groninger akte,
- de leveringsakte is volgens verklaring van de notaris ondertekend door alle verschenen personen.
Eén van de (grotere) crediteuren van Vakbouw 8 heeft zich, middels een bepaalde constructie “doen betalen” met een door Vakbouw 8 gebouwde woning. De curator acht dit paulianeus […]. Deze vernietiging wordt betwist en bestreden. Een procedure hierover zal in de komende verslagperiode worden gestart.”
3.De beoordeling in conventie en reconventie
- [gedaagde] is als gevolmachtigde van [makelaar 1] en [makelaar 2] opgetreden bij de overdracht onder ontbindende voorwaarden (met een Groninger akte) op 28 november 2011 van het kavel met bouwnummer D11;
- [gedaagde] heeft de akte van verpanding van 24 april 2014 voorbereid, waaronder de verpanding van de vordering van Vakbouw 8 uit hoofde van de Groninger akte van 28 november 2011;
- [gedaagde] heeft de transportakte van 29 december 2014 van dit kavel (en de inmiddels daarop gebouwde woning) voorbereid en is bij het transport als de gevolmachtigde van [makelaar 1] en [makelaar 2] opgetreden;
- [gedaagde] heeft de kwijting van de koopsom door cessie van de vordering van Proviswa op Vakbouw 8 gevolgd door verrekening met de vordering van Vakbouw 8 uit hoofde van de Groninger akte voorbereid en heeft aan [makelaar 1] en [makelaar 2] deze wijze van betaling toegelicht (zie de brief van 17 december 2014 van [gedaagde] aan [makelaar 1] en [makelaar 2] , prod. 8 a/z DCB);