Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
A.T. HAVENSERVICE & KOERIERSDIENST B.V.,
1.[gedaagde 1] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 juli 2016, met producties;
- de conclusie van antwoord, tevens voorwaardelijke eis in reconventie, met producties;
- de brief van de rechtbank van 9 november 2016 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de brief van de rechtbank van 2 december 2016 houdende een zittingsagenda;
- de brief van mr. Visser van 16 januari 2017 met bijlage;
- het proces-verbaal van comparitie van 26 januari 2017;
- de brief van mr. Visser van 7 februari 2017;
- de brief van mr. Hartman van 8 februari 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
- een verklaring voor recht dat [gedaagde 1] aansprakelijk is op grond van artikel 6:248 lid 1 jo. lid 7 en/of artikel 2:248 lid 2 jo. lid 7 BW voor het boedeltekort van ATH;
- veroordeling van [gedaagde 1] tot voldoening aan de curator van het boedeltekort en van een voorschot daarop van € 50.000,-;
- een verklaring voor recht dat [gedaagden] hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de door de schuldeisers van ATH geleden schade, op te maken bij staat;
- veroordeling van [gedaagden] in de proceskosten;
4.De beoordeling
5.De beslissing
1977