ECLI:NL:RBROT:2017:2208

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 maart 2017
Publicatiedatum
23 maart 2017
Zaaknummer
C/10/516396 / HA ZA 16-1373
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident en forumkeuze in civiele procedure tussen IS Group B.V. en Digicore Europe B.V.

Op 22 maart 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam in een bevoegdheidsincident uitspraak gedaan in de zaak tussen IS Group B.V. en Digicore Europe B.V. IS Group, eiseres in de hoofdzaak en verweerster in het incident, heeft de rechtbank verzocht om kennis te nemen van het geschil. Digicore Europe, gedaagde in de hoofdzaak en eiseres in het incident, heeft echter aangevoerd dat de rechtbank Rotterdam zich onbevoegd moet verklaren op basis van een forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden van IS Group, waarin is bepaald dat de rechtbank Amsterdam exclusief bevoegd is. IS Group heeft hiertegen verweer gevoerd, stellende dat de wettelijke competentieregels in haar voordeel spreken, omdat zij gevestigd is in Rotterdam.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de hoofdregel van bevoegdheid is dat de rechter van de woonplaats van de gedaagde bevoegd is, zoals vastgelegd in artikel 99 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Daarnaast biedt artikel 108 Rv partijen de mogelijkheid om bij overeenkomst een relatief bevoegde rechter aan te wijzen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er een forumkeuzebeding bestaat tussen partijen, waarin is bepaald dat de rechtbank Amsterdam bevoegd is. IS Group heeft niet voldoende onderbouwd dat artikel 99 Rv als een dwingende competentiebepaling moet worden beschouwd, en de rechtbank heeft daarom de uitleg van IS Group niet gevolgd.

De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de vordering van Digicore Europe in het bevoegdheidsincident moet worden toegewezen. IS Group is veroordeeld in de proceskosten van het incident, en de zaak is verwezen naar de rechtbank Amsterdam voor verdere behandeling. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. Th. Veling op 22 maart 2017.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/516396 / HA ZA 16-1373
Vonnis in incident van 22 maart 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IS GROUP B.V.,
voorheen handelend onder de naam IS InterNed Services B.V.,
statutair gevestigd te Purmerend,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident houdende onbevoegdverklaring,
advocaat mr. J.W. Hilhorst,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DIGICORE EUROPE B.V.,
statutair gevestigd te Papendrecht,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident houdende onbevoegdverklaring,
advocaat mr. L.P.J. Krijgsman te Hardinxveld-Giessendam.
Partijen zullen hierna Is Group en Digicore Europe genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, met de producties 1 t/m 3;
  • de conclusie van antwoord tevens houdende de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring, met de producties 1 t/m 7;
  • de incidentele conclusie van antwoord.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Digicore Europe vordert dat de rechtbank Rotterdam zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van het geschil, met veroordeling van IS Group in de kosten van het incident, en deze uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Zij voert hiertoe aan dat de rechtbank te Amsterdam, met uitsluiting van iedere andere rechtbank, bevoegd is op grond van een in artikel 25.2 van de (toenmalige) algemene voorwaarden van IS Group, waarop IS Group haar vordering baseert, opgenomen forumkeuze voor de rechtbank te Amsterdam.
2.2.
IS Group voert verweer. Zij stelt dat een redelijke uitleg van bovengenoemde bepaling in de algemene voorwaarden met zich meebrengt dat een partij conform de wettelijke competentieregels kan worden gedagvaard voor de rechtbank in het arrondissement waar deze partij is gevestigd, in casu voor de rechtbank te Rotterdam. Deze wettelijke competentieregels zijn immers in het belang van de gedagvaarde partij opgesteld. Digicore Europe handelt in strijd met de maatstaven van redelijkheid en billijkheid door zich op onbevoegdheid van de rechtbank te Rotterdam te beroepen. IS Group concludeert derhalve tot afwijzing van de incidentele vordering tot onbevoegdverklaring, met veroordeling van Digicore Europe in de kosten van het incident, en deze uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
2.3.
De rechtbank overweegt als volgt. Hoofdregel is dat bevoegd is de rechter van de woonplaats van gedaagde (artikel 99 lid 1 Rv). Artikel 108 lid 1 Rv biedt partijen de mogelijkheid om bij overeenkomst een relatief bevoegde rechter aan te wijzen (forumkeuzebeding). De volgens een forumkeuze bevoegde rechter is in beginsel bij uitsluiting bevoegd om van het geschil tussen partijen kennis te nemen.
2.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat tussen IS Group en Digicore Europe in artikel 25.2 van de algemene voorwaarden een forumkeuzebeding is overeengekomen dat als volgt luidt:
“25.2 De Rechtbank Amsterdam is uitsluitend bevoegd om kennis te nemen van alle geschillen verbandhoudend met of voortvloeiend uit Overeenkomst(en) tussen IS en de Klant, tenzij op grond van dwingende competentiebepalingen een andere bevoegde rechter wordt aangewezen.”
Digicore Europe beroept zich op dit forumkeuzebeding en stelt dat daarom de rechtbank te Rotterdam exclusief bevoegd is om van het geschil met IS Group kennis te nemen.
2.5.
Tussen partijen geldt dat er, in afwijking van de hoofdregel van artikel 99 lid 1 Rv, een forumkeuze voor de rechtbank te Amsterdam is gemaakt, zodat de rechtbank Rotterdam zich op grond van artikel 108 Rv ten aanzien van Digicore Europe onbevoegd zou moeten verklaren. Een partij die zich op een forumkeuzebeding beroept hoeft daar in beginsel geen bijzonder belang bij te stellen. Dat IS Group aanvoert dat Digicore Europe volgens de algemene regels van rechtsvordering er belang bij zou hebben om de zaak bij de rechtbank te Rotterdam te beslechten omdat zij daar gevestigd is, maakt dat dan ook niet anders. IS Group geeft kennelijk een andere uitleg aan de onderhavige bepaling uit de algemene voorwaarden, namelijk deze dat artikel 99 Rv tot de in het forumkeuzebeding bedoelde “dwingende competentiebepalingen” behoort. Deze uitleg kan niet zonder meer worden aanvaard. Artikel 99 Rv is nu juist niet “dwingend”, aangezien partijen daarvan kunnen afwijken. Het had daarom op de weg van IS Group gelegen om haar uitleg van het forumkeuzebeding te onderbouwen. Nu zij dat niet heeft gedaan, volgt de rechtbank deze uitleg niet. Het door IS Group aangevoerde verweer faalt derhalve.
2.6.
Het voorgaande leidt de rechtbank tot de conclusie dat de vordering in het bevoegdheidsincident moet worden toegewezen en dat IS Group als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten aan de zijde van Digicore Europe zal worden veroordeeld.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
verklaart zich onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen,
3.2.
veroordeelt Is Group in de kosten van het incident, aan de zijde van Digicore Europe tot op heden begroot op € 452,00,
3.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
3.4.
verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt, naar de rechtbank te Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken op 22 maart 2017.
1287 / 1980