5.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
hij, handelend onder de naam [bedrijf 2] ,
op tijdstippen in de periode van
31 augustus 2009tot en met 30 januari 2014, te Capelle aan den IJssel en/of Den Haag en/of Apeldoorn, meermalen,
telkens opzettelijk bij de Belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene
wet inzake rijksbelastingen, te weten vijf, in elk geval één of meer, elektronische aangiften voor de omzetbelasting ten name van [bedrijf 2] , te weten:
- een elektronische aangifte voor de omzetbelasting over het tijdvak juli
2009 (DOC-014-1, p.251 en DOC-015, p. 259 en DOC-015a t/m DOC-015c,
p.260 t/m 264) en
- een elektronische aangifte voor de omzetbelasting over het tijdvak juni
2010 (DOC-014-1, p.251 en DOC-017, p. 267 en DOC-017a, p.268) en
- een elektronische aangifte voor de omzetbelasting over het tijdvak mei
2011 (DOC-014-1, p.251 en DOC-019, p. 271 en DOC-019a, p.272) en
- een elektronische aangifte voor de omzetbelasting over het tijdvak
december 2012 (DOC-014-1, p.251 en DOC-022, p.277 en DOC-022a,
p.278) en
- een elektronische aangifte voor de omzetbelasting over het tijdvak
december 2013 (DOC-014-1, p. 251 en DOC-024, p.281 en DOC-024a,
p.282),
telkens onjuist heeft gedaan, immers heeft hij, verdachte, op de naar de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Den Haag en/of Apeldoorn gezonden
elektronische aangiften voor de omzetbelasting telkens opzettelijk een te hoog bedrag aan voorbelasting of telkens een te hoog bedrag aan terug te vragen omzetbelasting opgegeven
terwijl die feiten telkens er toe strekten dat te weinig belasting werd geheven;
hij, op tijdstippen in de periode van 31 juli 2009 tot en met 14 juli 2015,
te Capelle aan den IJssel , in elk geval in Nederland, meermalen,
telkens voorwerpen, te weten (girale en/of chartale) geldbedragen van in totaal 6.902.605,00 euro, heeft verworven en voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen en heeft omgezet en hiervan gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, dat bovenomschreven geldbedrag - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enige misdrijven,
hebbende hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte gemaakt;
hij, op tijdstippen in de periode van 29 oktober 2012 tot en met 20 januari 2014, te Capelle aan den IJssel , meermalen,
zeven, e-mails telkens van [betrokkene] [ [e-mailadres] ] gericht aan [verdachte] , te weten
- een e-mail d.d. 20 januari 2014 15:25 van [betrokkene]
[ [e-mailadres] ] aan [verdachte] , met als onderwerp VAT
December 2013 (DOC-027, p.289) en
- een e-mail d.d. 24 januari 2013 10:26 van [betrokkene]
[ [e-mailadres] ] aan [verdachte] , met als onderwerp VAT
December 2012 (DOC-028, p.291) en
- een e-mail d.d. 29 oktober 2012 11:12 van [betrokkene]
[ [e-mailadres] ] aan [verdachte] (DOC-031, p.297) en
- een e-mail d.d. 28 november 2012 12:32 van [betrokkene]
[ [e-mailadres] ] aan [verdachte] (DOC-032, p.298) en
- een e-mail d.d. 13 februari 2013 11:02 van [betrokkene]
[ [e-mailadres] ] aan [verdachte] , met als onderwerp VAT
January 2013 (DOC-033, p.299) en
- een e-mail d.d. 25 juni 2013 18:11 van [betrokkene]
[ [e-mailadres] ] aan [verdachte] , met als onderwerp VAT
April and May 2013 (DOC-034, p.300) en
- een e-mail d.d. 18 december 2013 11:18 van [betrokkene]
[ [e-mailadres] ] aan [verdachte] , met als onderwerp VAT
November 2013 (DOC-035, p.301),
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, telkens valselijk heeft opgemaakt immers heeft voornoemde verdachte telkens valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid - in voornoemde e-mail vermeld dat - zakelijk weergegeven- de afzender [betrokkene] [ [e-mailadres] ] aan hem, verdachte, heeft verzocht het in die e-mails vermelde bedrag aan VAT op te
geven en te vermelden in aangiften voor de omzetbelasting,
zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.