4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
Primair
hij op [datum] te [plaats] als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door met dat motorrijtuig zeer onvoorzichtig te rijden op de kruising,
gevormd door de voor het openbaar verkeer openstaande wegen, de [naam van de weg 1] en
de [naam van de weg 2] , welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen daar,
- in strijd met een voor hem, verdachte, rood licht uitstralend verkeerslicht bovengenoemde kruising is opgereden met een snelheid gelegen tussen tenminste 68 en 77 km/uur, zijnde een hogere snelheid dan de ter plaatse geldende maximumsnelheid van 50 km/uur en
- met die, gelet op de situatie ter plaatse, veel te hoge snelheid een voetgangersoversteekplaats is genaderd en is opgereden en
- niet tijdig heeft opgemerkt dat meerdere voetgangers doende waren de
voetgangersoversteekplaats over te steken en zich reeds halverwege die
oversteekplaats liepen, terwijl het verkeerslicht voor die voetgangers
inmiddels op groen stond, en
- zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij zijn voertuig tot stilstand kon brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was en
- die voetgangers niet heeft laten voorgaan en
- op die voetgangersoversteekplaats in botsing of aanrijding is gekomen met die
voetgangers, waardoor
- [slachtoffer 1] (voetganger), zwaar lichamelijk letsel te weten een kuitbeenbreuk en een indrukkingsbreuk van het knie-oppervlak met afgescheurde botsplinters werd toegebracht;
- [slachtoffer 3] (geboren op 12 oktober 2014 en gezeten in een kinderwagen), zwaar lichamelijk letsel te weten een schedelbreuk met een losliggend botdeel, bloedingen in het hoofd met verminderde kracht en beweeglijkheid in de linker lichaamshelft werd toegebracht;
- [slachtoffer 2] (voetganger), zwaar lichamelijk letsel te weten een onderbeenbreuk werd toegebracht.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.