Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 primair en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis, met aftrek van voorarrest en tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaar.
4.Bewijs en bewezenverklaring
[tabel met namen van getuigen en grafnummers]
- [benadeelde 8] € 3.980,-
- [benadeelde 6] € 6.500,-
- [benadeelde 9] € 866,-
- [benadeelde 10] € 870,-.
- [benadeelde 3] € 1.640,-
- [benadeelde 3] € 3.280,-
- [benadeelde 11] € 1.470,-
- [benadeelde 12] € 620,-
- [benadeelde 13] € 4.370,-
- [benadeelde 14] € 1.930,-
- [benadeelde 15] € 2.160,-.
27.686,-euro) dat hij in zijn bediening onder zich had, heeft verduisterd.
enbelofte heeft aangenomen,
dit, gedaan
werdof
hem, verdachte,aangeboden werd ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem, in strijd met zijn plicht, in zijn bediening is gedaan, te weten het verstrekt hebben van naam- en adresgegevens van nabestaanden, welke nabestaanden vervolgens een grafsteen of urn tegel, bij [naam medeverdachte] of diens wer
kgever [naam werkgever] hadden gekocht;
dit, gedaan
werdof
hem, verdachte, aangeboden werd ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem in zijn bediening is gedaan , te weten het verstrekt hebben van naam- en adresgegevens van nabestaanden, welke nabestaanden vervolgens een grafsteen of urn tegel, bij [naam medeverdachte] of diens wer
kgever [naam werkgever] hadden gekocht.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlage
11.Beslissing
200 (tweehonderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
198 (honderdachtennegentig) urente verrichten taakstraf resteert;
99 dagen;
€ 27.686,-(zegge: zevenentwintigduizend zeshonderdzesentachtig euro) als vergoeding voor materiële schade;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 27.686,- (hoofdsom, zegge: zevenentwintigduizend zeshonderdzesentachtig euro); beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 27.686,-
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
173 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;