ECLI:NL:RBROT:2017:1474

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 februari 2017
Publicatiedatum
24 februari 2017
Zaaknummer
C/10/516161 / KG RK 16-2241
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlof tot tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis in kort geding

In deze beschikking van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 22 februari 2017, wordt het verzoek van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gevestigd te Dordrecht, behandeld. Het verzoek betreft verlof tot tenuitvoerlegging van een arbitraal vonnis dat op 26 oktober 2016 is gewezen in een arbitrale procedure tussen verzoekster en de rechtspersoon naar vreemd recht, Essar Projects Limited, gevestigd te Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten.

Het verzoekschrift is op 7 december 2016 ontvangen en de voorzieningenrechter toetst ambtshalve zijn relatieve bevoegdheid. De relatieve bevoegdheid is gegeven omdat het arbitraal vonnis is gewezen in Rotterdam. De voorzieningenrechter kan het verzoek zonder de wederpartij te horen toewijzen, omdat het verzoek in beginsel geen dag voor de mondelinge behandeling vereist.

De voorzieningenrechter concludeert dat er geen gronden zijn die de afwijzing van het verzochte verlof rechtvaardigen. Het arbitrale vonnis is niet gedeponeerd ter griffie van de rechtbank Rotterdam, waardoor het verlof in de vorm van een beschikking moet worden verleend. De kosten van de procedure worden begroot op € 123,- aan griffierecht en € 452,- aan salaris advocaat, die voor rekening van Essar Projects Limited komen.

De voorzieningenrechter verleent uiteindelijk het verlof tot tenuitvoerlegging van het aangehechte arbitrale vonnis en veroordeelt de verweerster in de proceskosten van verzoekster.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Handel
zaaknummer / rekestnummer: C/10/516161 / KG RK 16-2241
Beschikking van de voorzieningenrechter van 22 februari 2017
op het verzoek van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster],
gevestigd te Dordrecht,
verzoekster,
advocaat mr. S.E. van den Berg te Breda,
betreffende een arbitraal vonnis gewezen tussen verzoekster en
de rechtspersoon naar vreemd recht
ESSAR PROJECTS LIMITED,
gevestigd te Abu Dhabi, Verenigde Arabische Emiraten.

1.De feiten

1.1.
Tussen verzoekster en Essar Projects Limited is in Rotterdam een arbitrale procedure gevoerd, waarin op 26 oktober 2016 een arbitraal (eind) vonnis gewezen.

2.De beoordeling

2.1.
Het verzoekschrift, ontvangen op 7 december 2016, strekt er toe dat verlof wordt verleend tot tenuitvoerlegging van het voormelde arbitrale vonnis.
2.2.
In een verzoekschriftprocedure dient de rechter in beginsel ambtshalve zijn relatieve bevoegdheid te toetsen (art. 270 lid 1 Rv.). De relatieve bevoegdheid van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam is gegeven omdat het arbitraal vonnis is gewezen in Rotterdam (artikel 1062 lid 1 Rv.).
2.3.
Indien de voorzieningenrechter het verzoek aanstonds toewijst, bepaalt hij geen dag voor de mondelinge behandeling en wordt de wederpartij niet de kans geboden een verweerschrift in te dienen (artikel 279 lid 1 Rv.). Daarom wordt het verzochte verlof verleend zonder Essar Projects Limited in deze procedure te horen.
2.4.
Het arbitrale vonnis is niet gedeponeerd ter griffie van de rechtbank Rotterdam. Daarom dient het onderhavige verlof te worden opgenomen in een beschikking (art. 1062 lid 2 Rv.).
2.5.
Verzoekster stelt niet dat de termijn voor het instellen van een vordering tot vernietiging als bedoeld in artikel 1064a Rv. ongebruikt is verstreken. Daarom geldt in dit geval het toetsingskader van artikel 1063 lid 1 Rv, en niet van artikel 1063 lid 2 Rv.
2.6.
Artikel 1063 lid 1 Rv bepaalt: “
De voorzieningenrechter van de rechtbank kan de tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis slechts weigeren, indien hem na een summierlijk onderzoek is gebleken dat het aannemelijk is dat het vonnis zal worden vernietigd op een van de gronden genoemd in artikel 1065, eerste lid, of herroepen op een van de gronden genoemd in artikel 1068, eerste lid, dan wel indien in strijd met artikel 1056 een dwangsom is opgelegd. In dit laatste geval betreft de weigering alleen de tenuitvoerlegging van de dwangsom.”
2.7.
Niet aannemelijk is dat zich een grond voordoet die noopt tot afwijzing van het verzochte verlof. Daarom zal het verlof worden verleend.
2.8.
Essar Projects Limited zal worden veroordeeld in de proceskosten van verzoekster. Deze kosten worden begroot op € 123,- aan griffierecht en € 452,- aan salaris advocaat (1 punt voor het verzoekschrift, conform de Liquidatietarieven voor een zaak van onbepaalde waarde, zijnde verlof tot tenuitvoerlegging).

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verlof tot tenuitvoerlegging van het aangehechte arbitrale vonnis,
3.2.
veroordeelt verweerster in de kosten van deze procedure, tot heden aan de zijde van verzoekster begroot op 123,- aan griffierecht en € 452,- aan salaris advocaat.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.F.L. Geerdes en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2017.
2517/676