Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer van 17 februari 2017 in de zaak tussen
[eiseres] ,
De Nederlandsche Bank N.V. (DNB), verweerster,
Procesverloop
Overwegingen
(…).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 februari 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) over een aanwijzing die DNB aan [eiseres] had gegeven op grond van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt). DNB had vastgesteld dat [eiseres] niet voldeed aan de vereisten van de Wtt en de Regeling integere bedrijfsvoering Wet toezicht trustkantoren 2014 (Rib 2014). De rechtbank oordeelde dat DNB terecht had geconcludeerd dat [eiseres] in gebreke was gebleven bij het uitvoeren van adequaat cliëntonderzoek en transactiemonitoring. DNB had eerder een toezichtbezoek aan [eiseres] gebracht en geconstateerd dat er tekortkomingen waren in de naleving van de wet- en regelgeving. Ondanks de inspanningen van [eiseres] om de tekortkomingen te verhelpen, concludeerde de rechtbank dat de aanwijzing van DNB gerechtvaardigd was. De rechtbank verklaarde het beroep van [eiseres] ongegrond en bevestigde de bevoegdheid van DNB om een aanwijzing te geven. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van de wet- en regelgeving door trustkantoren en de verantwoordelijkheden die zij hebben ten aanzien van hun cliënten.