In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap (eiseres) en de voormalige bestuurder (gedaagde) van een ontbonden vennootschap. Eiseres vorderde betaling van een bedrag van € 3.040,42, vermeerderd met wettelijke rente, op grond van onrechtmatige daad. De vordering was gebaseerd op het feit dat de gedaagde als bestuurder van de ontbonden vennootschap aansprakelijk was voor het niet voldoen van betalingsverplichtingen door de vennootschap. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde, ondanks zijn verplichtingen, niet heeft gehandeld zoals van een behoorlijk bestuurder verwacht mag worden. Gedaagde had moeten begrijpen dat zijn handelen zou leiden tot het niet nakomen van de verplichtingen van de vennootschap, wat resulteerde in schade voor eiseres.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat gedaagde een ernstig verwijt treft en dat hij aansprakelijk is voor de schade die eiseres heeft geleden. De schade werd vastgesteld op € 1.637,66, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders van vennootschappen, vooral in situaties waarin de vennootschap in financiële problemen verkeert en de bestuurder niet tijdig handelt om de belangen van de schuldeisers te beschermen.