ECLI:NL:RBROT:2017:10886

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 mei 2017
Publicatiedatum
29 mei 2018
Zaaknummer
10/700323-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Woningoverval met geweld en bedreiging, veroordeling tot gevangenisstraf

Op 30 mei 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een woningoverval. De verdachte, geboren in [geboorteplaats verdachte], was preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met medeverdachten op 26 december 2015 een woning in Rotterdam heeft overvallen. Tijdens deze overval zijn meerdere goederen, waaronder jassen, een laptop en een auto, weggenomen. De overval ging gepaard met geweld en bedreiging tegen het slachtoffer, die op bed werd geduwd en met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp werd bedreigd. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, die schade heeft geleden door de overval. De vordering van de benadeelde partij is gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot betaling van € 3.425,- aan schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/700323-16
Datum uitspraak: 30 mei 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Krimpen aan den IJssel
raadsman mr. H.J. Andel, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 16 mei 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. H.A. van Wijk heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering feit 3
Het onder 3 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewijswaardering feit 1 en 2
4.2.1.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat de verdachte de overval niet gepleegd heeft, en dan ook niets weet van de gestolen auto zoals ten laste gelegd onder feit 2. De verdachte heeft, nadat medeverdachte [naam medeverdachte] een telefoontje of WhatsApp berichtje gekregen heeft van [naam 1] waarin zij vertelde over de overval, samen met [naam medeverdachte] en [naam 1] afgesproken achter de woning van [naam 2] op een bankje. [naam 1] heeft daar de pasjes en de codes aan hem en medeverdachte [naam medeverdachte] gegeven. Daarmee hebben verdachte en medeverdachte [naam medeverdachte] vervolgens gepind.
4.2.2.
Beoordeling
De rechtbank acht het alternatief geschetste scenario waarin [naam 1] , zonder dat de verdachte en medeverdachte bij de overval aanwezig waren een deel van de ‘buit’ van de overval – de pasjes met codes – aan hen geeft, onaannemelijk. Daarbij merkt de rechtbank op dat het feit dat de verdachte pas op de laatste zitting met deze verklaring komt, niet bijdraagt aan de geloofwaardigheid hiervan.
4.2.3.
Conclusie
Bewezen is het onder 1 en 2 ten laste gelegde.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
hij op 26 december 2015 te Rotterdam in een woning gelegen aan het [adres delict] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen meerdere jassen en een laptop en een tas inhoudende (onder andere) een portemonnee (inhoudende ongeveer 200 euro) en autopapieren en een autosleutel en meerdere bankpassen en meerdere mobiele telefoons, toebehorende aan [naam slachtoffer] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan andere deelnemers van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en diens mededaders
- de woning en slaapkamer van die [naam slachtoffer] hebben betreden en
- die [naam slachtoffer] op bed hebben geduwd en
- ( daarbij) tegen die [naam slachtoffer] hebben geroepen: "Where is the money" en
- een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] hebben gedrukt en
- tegen die [naam slachtoffer] hebben geroepen: "I have killed twenty people or more" en
- die [naam slachtoffer] om zijn pincodes hebben gevraagd en
- die [naam slachtoffer] hebben vastgehouden en (vervolgens) in het gezicht, althans tegen het hoofd hebben geslagen en/of gestompt en
- de benen van die [naam slachtoffer] met een snoer hebben vastgebonden;
2.
hij op 26 december 2015 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een auto (merk Audi, type A4), toebehorende aan [naam slachtoffer] , waarbij verdachte en zijn mededader(s) het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door met een autosleutel tot het gebruik waarvan hij, verdachte, en zijn mededader(s) niet gerechtigd waren die auto te starten;
3.
hij op 26 december 2015 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een geldautomaat heeft weggenomen een geldbedrag toebehorende aan [naam slachtoffer] , waarbij verdachte en zijn mededader(s) het weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door met een bankpas, tot het gebruik waarvan de verdachte niet gerechtigd was, een geldbedrag te pinnen van een rekening van genoemde;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
Diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
2.
diefstal, waarbij de schuldige zich het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, terwijl het feit wordt begaan door twee of meer verenigde personen;
3.
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, terwijl het feit wordt begaan door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich, samen met zijn medeverdachten, schuldig gemaakt aan een overval in de woning van [naam slachtoffer] . Daarbij zijn de verdachte en medeverdachten binnengelaten door een vriendin van medeverdachte [naam medeverdachte] , [naam 1] , nadat zij hen getipt had dat er wat te halen viel in de woning waar zij een afspraakje had met het slachtoffer. De verdachte en medeverdachten zijn de slaapkamer binnen gekomen, hebben het slachtoffer op bed geduwd, geslagen, een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op zijn hoofd gezet, en hem bedreigd. Er zijn verschillende goederen weggenomen uit de woning van het slachtoffer, waaronder zijn auto en zijn bankpassen waarbij hij gedwongen werd zijn pincodes af te staan. De verdachte en zijn medeverdachten hebben het slachtoffer vastgebonden en in de woning achter gelaten. Ze zijn weggereden in de gestolen auto, en zijn gaan pinnen met één van de weggenomen bankpassen.
Het spreekt voor zich dat een op deze manier uitgevoerde overval voor het slachtoffer een bijzonder traumatische ervaring is geweest. Dit blijkt tevens uit de slachtofferverklaring van [naam slachtoffer] . Je hoort je in je eigen woning veilig te voelen. Hij heeft slaapproblemen, zijn veiligheidsgevoel is aangetast en hij heeft therapie moeten volgen. Hij ziet de gebeurtenis als de grootste hindernis om zijn leven op een normale manier te laten verlopen en verkeerd soms nog steeds in angst. De verdachte en zijn medeverdachten hebben hier kennelijk niet bij stil gestaan. Zij waren slechts uit op hun eigen financiële gewin. De gevolgen voor het slachtoffer hebben de verdachte en zijn medeverdachten er in ieder geval niet van weerhouden om ten koste van een ander op deze manier snel aan geld te komen.
De rechtbank is bij het bepalen van de strafmaat voor de bewezenverklaarde feiten uitgegaan van de Landelijke Oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Voor een overval op een woning met geweld wordt als oriëntatiepunt een gevangenisstraf voor de duur van 3 tot 4 jaar genoemd. De rechtbank merkt hierbij als strafverzwarende omstandigheden aan de berekendheid waarmee de overval gepleegd is, het gebruik van een op een wapen gelijkend voorwerp, het vastbinden van het slachtoffer, en het samenwerkingsverband.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat tevens acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 12 april 2017, waaruit enerzijds blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten, en anderzijds dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 18 november 2016. De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf en/of maatregel passend en geboden.
7.3.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde] , wonende te Rotterdam, ter
zake van de onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 9.353.- aan materiële schade en een bedrag van € 5.500.- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 december 2015, alsmede de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het deel van de vordering wat ziet op de immateriële schade in zijn geheel kan worden toegewezen. Het materiele gedeelte kan worden toegewezen met uitzondering van de gederfde inkomsten, dus kan tot een bedrag van € 2.657,00 worden toegewezen. De officier van justitie vordert de schadevergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 december 2016 en hierbij de schadevergoedingsmaatregel op te leggen, en de verdachte en zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk te stellen.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging stelt zich op het standpunt dat de vordering van de benadeelde partij niet ontvankelijk dient te worden verklaard.
8.3.
Beoordeling
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde
strafbare feit, rechtstreeks schade is toegebracht en de vordering genoegzaam is onderbouwd
voor wat betreft de posten "eigen risico inboedelverzekering" en "geldbedrag", zullen deze
kosten ad € 425,-, ondanks de betwisting door de verdediging worden toegewezen. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard.
Voorts is vast komen te staan dat aan de benadeelde partij door dit bewezen verklaarde
strafbare feit, rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 3000,-, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 26 december 2015.
Nu de verdachte het strafbare feit, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden
toegekend samen met mededaders heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk
aansprakelijk. Indien en voor zover de mededaders de benadeelde partij betalen is de
verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd. Het
vorenstaande laat onverlet dat de verdachte en haar mededaders onderling voor gelijke delen
in de schadevergoeding moeten bijdragen, tenzij de billijkheid een andere verdeling vordert.
Nu de vordering van de benadeelde partij deels zal worden toegewezen, zal de verdachte
worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot
op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 3.425,-,
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 december 2015 tot aan het moment van algehele voldoening. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Over het overige deel van de gevorderde schadevergoeding wordt in deze procedure geen inhoudelijke beslissing genomen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 47, 57, 63, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaar, en beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
wijst de vordering van de benadeelde partij [naam benadeelde] , wonende te Rotterdam toetot een bedrag van
€ 3.425,- (drieduizendvierhonderdvijfentwintig euro), bestaande uit
€ 425,- aan materiële schade en € 3.000,- aan immateriële schade, en veroordeelt de
verdachte dit bedrag tegen kwijting aan de benadeelde partij te betalen, met dien verstande
dat indien en voor zover haar mededaders betalen de verdachte in zoverre van deze
verplichting is bevrijd;
bepaalt dat dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 december 2015
tot aan de dag van de algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering;
bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke
rechter;
veroordeelt de verdachte tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op
heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting
aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen € 3.425,- , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 december 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening;
beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 3.42
5,-vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
44 (vierenveertig) dagen;
toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door haar
mededaders, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en
omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. K.T. van Barneveld, voorzitter,
en mrs. E.A. Poppe-Gielesen en D. Visser, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. van Hemert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 26 december 2015 te Rotterdam in/uit een woning gelegen aan het [adres delict] , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meerdere jas(sen) en/of een laptop en/of een tas inhoudende (onder andere) een portemonnee (inhoudende ongeveer 200 euro) en/of autopapieren en/of (een) autosleutel(s) en/of een of meerdere bankpas(sen) en/of een of meerdere mobiele telefoon(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of diens mededader(s)
- de woning en/of slaapkamer van die [naam slachtoffer] heeft/hebben betreden en/of
- die [naam slachtoffer] op bed heeft/hebben geduwd en/of
- ( daarbij) tegen die [naam slachtoffer] heeft/hebben geroepen:"Where is the money" en/of
- een pistool, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] heeft/hebben gedrukt en/of
- tegen die [naam slachtoffer] heeft/hebben geroepen: "I have killed twenty people or more" en/of
- die [naam slachtoffer] om zijn pincode(s) heeft/hebben gevraagd en/of
- die [naam slachtoffer] heeft/hebben vastgehouden en/of (vervolgens) in het gezicht, althans tegen het hoofd heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
- de benen van die [naam slachtoffer] met een snoer heeft/hebben vastgebonden;
2.
hij op of omstreeks 26 december 2015 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een auto (merk Audi, type A4), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte,
en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door met een autosleutel tot het gebruik waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd was/waren die auto te starten;
3.
hij op of omstreeks 26 december 2015 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een geldautomaat heeft weggenomen een geldbedrag (in totaal ongeveer 200 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer] , in elk geval aan een
ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door met een bankpas, tot het gebruik waarvan de verdachte niet gerechtigd was, een geldbedrag te pinnen van een rekening van genoemde;